dinsdag 27 januari 2009

Revanche

Toen ik met dit weblog begon, schreef ik fier in de beschrijving dat ik 'gewoon wilde melden wat er zoal gebeurde'...Eigenlijk een soort dagboek bijhouden dus, zoals de meeste (vrouwelijke) webloggers dat doen. Maar dat is het niet geworden. Het zijn columns geworden die weliswaar ontstaan door actuele gebeurtenissen maar toch eigenlijk altijd een verhaaltje op zichzelf worden. Kennelijk is dat mijn stijl, sommige mensen vinden het leuk, dus geen probleem.
Vandaag ga ik het toch anders doen. Ik ga precies vertellen wat er de afgelopen dagen gebeurd is en, als het even kan, wil ik er ook nog wel graag een beetje zielig bij doen! Ik ben ziek. Niet een beetje ziek, niet verkouden of grieperig....nee, ik heb een longontsteking. Wat zeg ik, een dubbele longontsteking. Dat betekent dat ik (zeker tot en met zondag) hoge koorts had, verschrikkelijk benauwd was en overal pijn had. Dankzij de antibiotica worden al deze symptomen inmiddels wat minder, maar lekker, nee, lekker gaat het nog lang niet. Daarbij heb ik last van een vervelende complicatie, de glucosespiegel in mijn bloed is niet meer in de hand te houden. Een voor zichzelf denkende bloedsuikerspiegel schijnt 'normaal' te zijn bij hoge koorts, maar ik had dit nog niet eerder meegemaakt. Halve insulinepennen spuit ik leeg in mijn lijf, maar de spiegels dalen niet. Contact met de diabetesverpleegkundige leverde het volgende advies op: Méér spuiten! Nou, geen enkel probleem. Het zal de meeste lezers niet veel zeggen, maar voor vandaag zitten we al op 38 eenheden en daar heb ik maar één bakje yoghurt bij durven eten. Daar sterk je volgens mij niet echt van aan. Dus, ik ben moe, duizelig en nog steeds benauwd en ellendig. En nee, ik heb eigenlijk helemaal geen zin om leuk te doen en te schrijven. Sorry! Ik voel me alleen verplicht te melden waarom ik ineens onzichtbaar werd. En nog iets anders....ik moet ook zo eerlijk zijn om te vertellen dat zowel de apotheek als de huisarts (van wie ik nou ook niet zo'n hoge pet op heb) zich beiden grandioos gerevancheerd hebben. Vrijdagochtend belde ik de huisarts, om negen uur stond hij bij me voor de deur. De antibiotica bestelde hij persoonlijk voor me bij de apotheek, die ze zonder morren (!) om tien uur 's morgens kwam brengen. Wat een service....dat kan natuurlijk niet als je een internetapotheek hebt. Misschien toch maar eens nadenken, als ik weer beter ben! Nu wil ik graag nog even doormopperen, zeuren, klagen en slapen.

vrijdag 23 januari 2009

Writers blog

Nee...geen block. Een blog is het ook niet, meer een community. Het heet Creatief Contact en sinds gisteren ben ik lid. Het is voor schrijvende, fotograferende, tekenende, boetserende en andere creatieve types. Heel gezellig allemaal, iedereen is enthousiast over elkaars uitingen en af en toe komt er, althans in de schrijfgroep een opdracht voorbij. Gisteren was die opdracht 'schrijf een sprookje en houd het zo kort mogelijk'. Ik doe niet aan sprookjes, maar kan redelijk politiek correct uit de hoek komen, dus ben ik aan de slag gegaan. Of het gelukt is? Beoordeel dat zelf maar, hier komt het. Het is een schapenparabel.

Er was eens een schaapje dat witter wilde zijn dan alle andere schapen in de kudde. Hij verfde zijn vachtje spierwit, maar het hielp hem niet. Hij vond zichzelf nog steeds niet de mooiste van allemaal. Ragebol, zo heette het schaap, werd bozer en bozer. Boos op zichzelf, boos op de wereld en boos op alle andere schapen. Vooral op de zwarte schapen. Hij vond de zwarte schapen allemaal lelijk en stout. Sommige zwarte schapen waren inderdaad geen lieverdjes, maar om ze nou allemaal over één kam te scheren? Dat doe je niet, zelfs niet als je het witste schaap van allemaal bent. De zwarte schapen en de meeste witte schapen werden langzamerhand ook boos. Ragebol verziekte de sfeer in de kudde, vonden zij. Toen stapten de schapen samen naar de herdertjes. De herdertjes hadden heel lang liggen slapen in het veld, maar nu werden ze wakker. Ook zij vonden dat Ragebol te ver ging, dus besloten de herders dat ze hem eens aan zouden pakken. Ragebol moest voor de herdersraad verschijnen en als hij schuldig werd bevonden, zou hij fiks gestraft kunnen worden. Toen Ragebol dat hoorde, huilde hij tranen met tuiten. 'Waarom zijn ze nu ineens boos op mij? Ik bedoel het allemaal toch niet verkeerd?" jammerde hij. De arme schapen die vonden dat hij gelijk had, die waren er natuurlijk ook, spraken schande van het besluit van de herders. Maar de zwarte schapen waren blij, eindelijk moest Ragebol zich verantwoorden.
Toen op een donkere avond, terwijl de regen met bakken uit de hemel kwam, merkte Ragebol ineens dat de verf uit zijn vachtje verdween. De regen zorgde ervoor dat hij er ineens weer net zo uitzag als alle andere schapen. Daar werd Ragebol heel blij van. Ineens begreep hij dat alle schapen gelijk zijn, en dat de kleur van het vachtje er niet toe doet. Hij ging naar de zwarte schapen en zei dat hem speet en dat hij nooit meer lelijke dingen zou zeggen. De herdertjes zagen dat en besloten dat het schapentribunaal niet plaats hoefde te vinden. Ze gingen weer slapen en de schaapjes werden weer één grote gezellige kudde.


Leuke oefening voor de kinderverhalen, toch? Voorlopig geen writers block voor mij, maar houd ik het bij het writers blog!

donderdag 22 januari 2009

Over datum


Een van de leukste weblogs die ik zelf volg is 'Midlife-Me' (zie "Vrouwen schrijven"). Deze mevrouw (ook zo'n vijftiger die er maar niet aan kan wennen dat de buitenkant steeds minder bij de binnenkant past) heeft het in een van haar laatste posts over Gammelfleisch-party's. Ik vind het zo'n leuk woord, daar zijn Duitsers trouwens sterk in, dat ik het onderwerp ook even wil aansnijden. Gammelfleisch is vlees over datum en een Gammelfleischparty is...inderdaad een feestje waar veertigplussers uit hun dak gaan. Tja, als je het zo bekijkt, hebben we geen van allen een lange houdbaarheidsdatum, want veertig ben je zo! De lat wordt steeds lager gelegd, niet zo handig.
Maar voor mij heeft Gammelfleisch een eigen betekenis. Het geeft namelijk precies aan hoe ik me voel. Nadat ik al een hele week ziek en snotterend had doorgebracht, was ik inmiddels al weer bijna twee weken fris aan de slag. Sinds gisteren lijkt het wel of de ellende in alle hevigheid is teruggekomen. Gammelfleisch dus. Over datum. Onbruikbaar en niet eens terug te brengen naar de winkel. Bah. Het is duidelijk ik word zolangzamerhand een beetje recalcitrant van dat geziek. Vanmiddag de huisarts maar eens bellen of ik morgen langs mag komen...zal wel moeilijk worden, want mijn huisarts werkt niet op vrijdag.
Of ik dan helemaal niets leuks te vertellen heb vandaag? Jawel, dat heb ik. Schoonzoon heeft een domeinnaam aangevraagd en over een paar weken zal dit weblog op mijn eigen website verschijnen. Op zo'n website past nog veel meer dan alleen de columns, dus mijn grote droom, het kinderboek schrijven, kan dan ook eindelijk realiteit worden. Toch iets positiefs om naar uit te kijken! Ik ben al druk bezig met het uitwerken van de ideeën. Het zal een soort 'kinderfeuilleton' worden. Printvriendelijk, zodat ouders de hoofdstukken ook gemakkelijk per pagina kunnen printen en voorlezen. Kinderen mogen ook reageren, ook met suggesties over de verhaallijn. Ik heb er reuze zin in, maar het duurt nog even...Ik ben me er wel van bewust dat ik op moet schieten. De kindertjes in mijn omgeving, die ik stiekem als doelgroepje gebruik, groeien ook maar door. Voor je het weet zijn zij te oud voor kinderverhaaltjes. Op naar het Gammelfleischtijdperk.
PS: Het tegeltje komt uit de collectie van Best Things (hangplek: cadeautjes)

maandag 19 januari 2009

Brokkenpiloot...


Ik ben dol op mijn auto. Voor degenen die het niet weten, ik ben een Alfa-fanaat en rijd sinds een paar maanden rond in een van de mooiste exemplaren die er ooit gemaakt zijn...een 159. Nee, haha, géén stationcarmodel, maar een echte. Prachtig. Elke dag geniet ik wanneer er weer in stap. Geen wonder dat ik er flink van baal dat ik er vanmorgen een deukje in gereden heb. Het valt gelukkig mee, alleen wat schrammen aan de wielkast, maar toch. De auto waarmee ik onzacht in aanraking kwam stond stil, dus ik kan niemand anders de schuld geven! Die auto (tja, een Skoda) had trouwens heel wat meer schade... Kwestie van onoplettendheid. Het regende, ik had haast en moest achteruit tussen geparkeerde auto's door. Een ongelukje zit in een klein hoekje.
Een gelukje trouwens ook! Gisteravond had ik een gezellig etentje met familie, waarbij ook mijn 'kleine neefje' uit Londen was. Dit jochie wilde al piloot worden toen hij nog in de luiers liep en heeft zijn droom waargemaakt. Want het kleine neefje is inmiddels getrouwd, heeft twee lieve, zeer aanwezige (typisch Engelse) kindertjes en is gezagvoerder op een Airbus. Hetzelfde toestel waarmee gezagvoerder Sullenberger de inmiddels beroemde noodlanding op de Hudson rivier maakte. Logisch dat dit een belangrijk gespreksonderwerp was. Dat Sully inmiddels een heldenstatus heeft, is bekend. Maar niet alleen omdat hij zo netjes landde op de rivier....volgens neef. Netjes en zonder brokken landen op een rivier is het gevolg van veel vakmanschap en heel erg veel geluk, zo legde hij uit. Het bijzondere zit hem in het feit dat piloot Sully op het juiste moment de tegenwoordigheid van geest had om op het 'ditching' knopje te drukken. Dit knopje zorgt ervoor dat vliegtuigen volledig waterdicht worden afgesloten, iets wat normaal gesproken alleen gebruikt wordt als het vliegtuig (voor vertrek uit koude streken) de anti-ijs behandeling krijgt. Het knopje zit dan ook op een niet handig bereikbare plaats in de cockpit. Sullenberger had maar twaalf minuten om naar beneden te komen, want als er eenmaal rookontwikkeling in een cabine is, legt iedereen binnen die korte tijd het loodje. Maar bij het dalen staat de 'uitlaat' van een vliegtuig automatisch open om de warmte die bij het 'remmen' vrijkomt kwijt te kunnen raken. Met het ditching knopje maak je ook dat laatste luchtgat volledig dicht. En dat deed de captain dus. Vlak voordat hij het wateroppervlak raakte, drukte hij het knopje in. De cabine stroomde daardoor niet direct vol water en die handeling is volgens mijn neef de echte heldendaad van de gezagvoerder. 'Wie denkt daar nu aan, Tante, in zo'n panieksituatie!?' Nou ik waarschijnlijk niet, als ik achteruit rijd vergeet ik zelfs in mijn buitenspiegel te kijken....

zondag 18 januari 2009

Als je haar maar goed zit...


Er kan heel wat mis gaan in een mensenleven, maar er zijn weinig omstandigheden die niet drastisch verbeteren door een bezoek aan de kapper. Ik weet niet of dit ook voor mannen geldt, maar de vrouwen in mijn omgeving denken er allemaal hetzelfde over. Je kunt je ziekjes en verdrietig voelen of gewoon in een dip zitten, bij de kapper begint de zon weer te schijnen. Het allerbeste werkt nog een bezoek aan de kapper met aansluitend een shop-until-you-drop-sessie, maar dat is financieel dan weer niet zo handig.
Met de kapper maakte ik als kleuter kennis, toen ik regelmatig mee moest met mijn moeder. Elke zaterdagochtend liet zij zich mooi maken. Dat ging als volgt. Wassen, versteviging (een soort vloeibare lijm), rollers met ijzeren pennetjes erin, uurtje droogkap, touperen, bovenste haren glad borstelen en een halve kilo lak erop. Na dit proces kon mijn moeder er weer een week tegenaan. 's Avonds werd er een ragdun netje om het haar geknoopt zodat het de volgende ochtend voldoende was om met een punt(!)kam op strategische plekken de boel weer wat omhoog te duwen. Voilá, klaar tot de volgende zaterdag. Mijn moeder was overigens geen vies mens, dit was common practice bij de dames van toen.
De kapsalon zag er ook heel anders uit dan wij nu gewend zijn. Tussen elke stoel stond een soort schotje, zodat de dames elkaar slechts slinks, via de spiegel, konden beloeren en de schijn van privacy gewekt werd. Daar kan ik me eigenlijk wel wat bij voorstellen....Het is waar dat een bezoek aan de kapper vrolijk maakt, maar er zijn ook zaken waar je gewoon 'doorheen' moet. Als ik naar de kapper ga, is het meestal wel hard nodig ook. Je zit in het schrille licht voor de spiegel, terwijl je niet je normale spiegelgezicht kunt opzetten. Open en bloot een bête grijns tevoorschijn toveren en je onderkin in trachten te houden, dat gaat wat ver in gezelschap! Je kijkt dus in de spiegel alsof je niet al die rimpels ziet, je er geen erg in hebt dat je er belachelijk uitziet met al dat zilverpapier in je haar en je concentreert je op de anderen. Daar is trouwens niet veel voor nodig. In de salon waar ik kom, is het een gezellige boel. Alle klanten kennen elkaar kennelijk goed en ook het privéleven van de kapsters is geen geheim. Zo hoor je nog eens wat. De gesprekken gaan over ongelukkige huwelijken, sterfgevallen (jouw man is toch ook niet zo lang dood?) en kinderen die het verkeerde pad op gaan. Nee, daar kan ik gelukkig niet over meepraten. Als een van de klanten een nieuw kleurtje wil, bemoeit de hele zaak zich ermee. Dames in wijde, lange kapmantels staan resoluut op uit hun stoelen en komen staaltjes bekijken, de kapsters geven allemaal hun professionele oordeel en de klant zelf laat zich dolgraag adviseren. Want in mijn kapsalon gaat het maar om één ding: een vrouw moet zo mooi mogelijk zijn en daar hebben ze allemaal veel voor over. Een plezierige gedachte als je daar zo bleekjes en slaperig probeert je spiegelbeeld te ontwijken. En één ding is zeker, ik kom er ook altijd leuker vandaan dan ik binnenkwam. Dat binnenkomen is trouwens ook al een hele belevenis. De kapsters zijn net als ik, dol op glimmende dingen dus ook zij sparen Pandora's en Trollbeads. Zo vaak kom ik niet, dus meestal zit er wel een nieuwe bedel aan een van mijn armbanden. De dames merken zo'n kleinigheid direct op en verdringen zich om mijn polsen te inspecteren. Eigenlijk vind ik dat wel leuk, je geeft er een hoop geld aan uit, prettig dat het dan ook gezien wordt! Gisteren was het dus weer zover. Veel koffie, veel bewondering voor mijn nieuwe collectie en ik voelde me een ander mens toen ik weer buiten stond. Zo goed zelfs, dat ik niet langs de trollbeads-leverancier hoefde te lopen. Dat was sterk van me, hij zit maar tien meter verderop!

vrijdag 16 januari 2009

Plaatjes


Een beeld zegt meer dan duizend woorden...althans dat hoor je vaak. Bij mij gaat dat niet op net als bij anderen die minder visueel ingesteld zijn, beklijven teksten beter dan beelden. Een illustratie kan een tekst wel behoorlijk opleuken, vandaar dat ik ook probeer zo af en toe een leuk plaatje bij mijn post te vinden. Het lukt niet altijd, maar vandaag was het gemakkelijk...
Sommige mensen hebben namelijk niet genoeg aan plaatjes in een boek, een tijdschrift of op internet. Zij willen zich kennelijk 'één voelen met de afbeelding' en dat lukt eigenlijk alleen als je zelf een plaatje wordt.
Mijn dochter hoort bij die groep. Ik vond haar eigenlijk altijd al een plaatje, wie haar kent zal het zeker met me eens zijn, maar voor haarzelf was het niet genoeg. Sinds haar zestiende heeft zij bij haar vader en mij gezeurd om een tatoeage. Helemaal in tegenwoordig en zeker niet alleen bij criminelen en zeelieden. Overigens bestaan er nog wel typische tatoeerstijlen voor deze specifieke doelgroepen. Zo heb ik me laten vertellen dat echte slechteriken voor elke moord die ze begaan een traan op hun wang laten tatoeëren. Wel origineel en makkelijk voor de rechter, zou ik denken. Maar de oude Oetzi (de ijsmummie uit de Alpen) blijkt zich zo'n dikke vijfduizend jaar geleden al te hebben laten tatoeëren, dit dan vooral omdat hij dacht dat dit een beschermende werking tegen ziekten zou hebben. En de reden dat zeelui zich lieten tatoeëren? Makkelijk, als ze verdronken en ooit weer aan zouden spoelen, konden ze gemakkelijk worden geïdentificeerd! Maar ook de oude Grieken zouden zich al hebben laten versieren, vooral uit esthetisch oogpunt. Jazeker, er zijn mensen die het mooi vinden...Net als dochterlief.
Toen zij jaren geleden begon over de 'tattoo' want zo noemt men dat tegenwoordig, bleven wij Oostindisch doof voor haar smeekbeden. Maar ja, hoe lang houd je dat vol als liefhebbende ouder? Je vertelt haar dat ze er spijt van kan krijgen, dat ze te jong is, dat ze haar mooie huid niet moet verknallen, dat ze sociaal weleens minder geaccepteerd zou kunnen worden...etc. etc. Het heeft niet mogen baten, het kind werd ouder en hield voet bij stuk. Dit resulteerde in een lief, klein groen klimoptakje op haar onderrug waar een miniscuul druiventrosje aan hing. Druiventrosje was het koosnaampje dat ik ooit voor haar gebruikte. Nee, daar was geen specifieke reden voor, het bekte gewoon lekker. Enkele jaren later kwam er een iets minder kleine, maar toch nog beschaafde orchidee op een schouder bij....En nu? Nu heeft ze bedacht dat deze tatoeages eigenlijk tot één grote afbeelding moeten worden gemaakt. De eerste sessie zit er inmiddels op. Het piepkleine druiventrosje bedekt nu een hele bil (inderdaad, plaats genoeg!) en de rest is navenant. Eerlijk gezegd is het een leuk plaatje geworden. Vogeltjes, bloemetjes, groene ranken en een lieveheersbeestje, het is allemaal terug te vinden in de vrolijke flora en fauna op mijn dochter's rug. Het is alleen zo jammer dat je het er niet meer af kan wassen. Dat ik niet zo visueel ingesteld ben, heeft er niets mee te maken, hoewel? Ik zou er een pakkende tekst bij kunnen bedenken!

donderdag 15 januari 2009

Topsport

Sinds gisteravond ben ik weer thuis. Na drie dagen met al mijn collega's te hebben vergaderd, geborreld, gelachen, gedanst en gefeest, is het ook lekker weer even alleen te zijn. Helemaal alleen ben ik natuurlijk niet, gelukkig. Faffien loopt al sinds gisteravond hyperactief te kwispelen, ik neem aan dat dit betekent dat ze blij is dat ik er weer ben. De buurvrouw is ook helemaal gelukkig, drie dagen zonder aanspraak is ook best veel! Nu de koffer nog uitpakken, de wasmachine aanzetten en boodschappen doen en het leven is weer helemaal gewoon. In de sport noemen ze dat geloof ik recupereren, een andere manier om te zeggen dat je even moet bijkomen voordat je er weer helemaal tegenaan gaat!
Een van de meest inspirerende onderdelen van onze meeting was de presentatie van Marc Lammers, de coach van het dameshockeyelftal (Fatima en haar vriendinnetjes die goud in Peking hebben gewonnen). De overeenkomsten tussen het bedrijven van topsport en scoren in je eigen leven zijn legio. Marc wist ze allemaal feilloos te benoemen en met de nodige humor te presenteren. Ik ben inmiddels volledig overtuigd, ik ben eigenlijk een topsporter!
En als ik aan de laatste maanden terugdenk kan ik alleen maar constateren dat ik niet zomaar een sporter ben, ik ben een winnaar. Nadat ik er vorig jaar behoorlijk 'doorheen zat', ben ik weer lekker teruggekomen...Natuurljk dankzij mijn coach (vertel ik lekker niet) die mij mentaal de nodige zetjes geeft, mijn sponsor die ervoor zorgt dat ik ook als het wat minder gaat, brood op de plank heb, mijn tegenstanders die mij 'scherp houden' en vooral mijn teamgenoten die me de bal toespelen op momenten dat ik mooi vrij voor het doel sta.
Nu is het moment gekomen dat al het afzien zijn vruchten afwerpt. Ineens heb ik het doel duidelijk voor ogen, ben ik 'gretig' en zit alles mee. Zoals Willem Smitt, de hoofdredacteur van het weekblad Privé altijd zei: 'Het geluk is met de ijverigen'. Vanwaar al deze euforie? Steeds meer mensen lezen mijn bijdragen en sinds kort verschijnen een aantal van mijn posts als column op verschillende websites. (hangplek: "vrouwenpagina") is er één van. Daar word ik heel erg vrolijk van. Maar het succes heeft ook een keerzijde! Als zoveel mensen je gedachtenspinsels lezen, krijg je het gevoel in een vol stadion te staan om een topprestatie neer te zetten. Topsporters moeten leren omgaan met die druk, dat geldt dus ook voor mij. Eén groot verschil is er gelukkig wel tussen de sporter en de columnist: ik hoef nooit naar de dopingcontrole. Na de afgelopen dagen is dat een groot geluk, ik zou zeker postitief bevonden zijn!

zondag 11 januari 2009

Rare vogels


Vanaf mijn bank heb ik een mooi uitzicht over de tuin. OK, hij ligt er kaal en vooral wittig bij deze weken, maar er blijft toch wel wat te zien. Vogels vooral. Het is duidelijk te zien dat ze het koud hebben en honger hebben, ondanks de balletjes vet en de zakjes met zaden en noten die ik aan de bomen heb hangen. Onder de veranda staat een vuurdoorn die nog steeds vol met rode besjes zit. Elke ochtend zit een kleumerige merel voor de struik en neemt kleine sprongetjes waarbij hij elke keer één besje afhapt. De onderkant van de struik is nu zo goed als leeg, het zal me benieuwen wanneer het beest gaat snappen dat er aan de bovenkant nog veel meer hangt.
Ik ben nooit zo'n vogelfreak geweest en dat is eigenlijk raar. Want in de polder komen nogal wat soorten voor die je elders niet zo vaak ziet en daar worden veel mensen erg enthousiast van. Mijn schoonzoon bijvoorbeeld die vorige week opgetogen meldde dat hij een ruigpootbuizerd had gespot. Ik heb geen idee hoe een ruigpoot er uit ziet, de vogel wel te verstaan, maar het is blijkbaar bijzonder. Zelfs ijsvogels kun je soms in de polder zien, wat mij dan weer niet verbaast, gezien het weer.
Mijn man was ook zo'n vogelaar...hij 'fokte' kruisingen van kanaries en puttertjes. Die zongen dan prachtig en werden om die reden in kleine kooitjes buiten gehangen. Omdat ik maar bleef doorzeuren, ik vond het namelijk zielig, is hij daar uiteindelijk maar mee op gehouden. Zelf kreeg ik ook eens een vogeltje van hem, een soort zoenoffer. Het was een tam sijsje, een klein geel vogeltje dat vrij in het huis rondvloog. Het was een grappig beest. Als ik zat te breien (ik was net moeder geworden, dan doe je dat soort dingen!) kwam het vogeltje op een van de breipennen zitten en probeerde met zijn snaveltje steeds de draad te pakken te krijgen. Uiteindelijk werd ik het gepoep in huis zat, dus is hij weer naar buiten verhuisd.
Dankzij alle jaren met mijn man en nu mijn schoonzoon, ken ik inmiddels al heel wat vogeltjes bij naam. Naast de verkleumde merel komen er roodborstjes, koolmeesjes, mussen, kwikstaartjes, winterkoninkjes en vinken bij mij eten.
Faffien de poes vindt het ook gezellig. Ze is te lui om ook maar een stap buiten de deur te zetten (behalve als het heel erg warm is) maar zit graag voor de schuifpui te kijken naar die fladderende beesten, onderwijl stoere, grommende geluiden makend.
Morgen breken betere tijden aan voor de vogels èn voor mij. Het gaat eindelijk dooien dus aan die witte, koude ellende komt eindelijk een einde. De schaatsfans hebben nu genoeg lol gehad, nu de vogels weer. En ik.
Vanmorgen vroeg zat de malle merel weer bij de vuurdoorn. Hij vloog nu een stukje naar boven, plukte in volle vaart een besje en...legde het vervolgens op de tuintafel neer. Daar liggen nu een stuk of tien van die besjes op een hoopje. De merel zelf zit er bij en kijkt er naar. En Faffien kijkt daar weer naar.
Rare vogels, die beesten.

vrijdag 9 januari 2009

Apotheek


Pfff...wat een gedoe. Omdat ik dagelijks, naast mijn twee soorten insuline ook nog vijf andere medicijnen inneem, moet ik natuurlijk regelmatig naar de apotheek voor aanvulling. Wie 's morgens voor elf uur de lege doosjes bij de assistente van de huisarts inlevert, kan 's middags ná vier uur (maar niet later dan vijf uur) de geneesmiddelen ophalen bij de apotheek. Helemaal niet slecht geregeld, eigenlijk. Natuurlijk is het vervelend dat je op vaste tijden aan een bezoek aan het gezondheidscentrum vastzit, zeker als je werkt, maar het is te doen. Ware het niet dat de apotheek waar ik 'bij hoor', meestal een of meerdere medicijnen niet op voorraad heeft en je dus een dag later wéér moet.
Om eerlijk te zijn, vind ik dat heel irritant. Zeker als je bedenkt dat de apotheek adverteert met een bezorgservice, maar daar liever geen gebruik van maakt. Gisteren was het weer zover, schoonzoon haalde om vier uur mijn medicijnen op en jawel, ze hadden niet alles op voorraad, of hij vandaag maar terug wilde komen. Nu woont hij in Groningen en ben ik ziek, dus heb ik vanochtend gebeld met de vraag of ze het wilde bezorgen. 'Nou mevrouw, dat doen we liever niet! Kunt u het zelf niet komen halen?' Ik legde uit dat ik ziek was en dat ik ze niet zelf kon komen halen. 'Maar kent u dan niet iemand anders die het wil doen?'. Natuurlijk zou ik wel iemand kunnen vinden, maar, zo merkte ik op, u hebt toch een bezorgservice? 'Ja, dat is wel zo, maar ja...dat is voor ons extra werk en als het niet hoeft, doen we het liever niet'. Lekker. Na enig aandringen (hoe oud bent u eigenlijk?), kreeg ik toch mijn zin. Als de medicijnen vandaag aankomen, dán zullen ze kijken wat ze kunnen doen.
Ik ben helemaal klaar met deze apotheek. Ooit kwam ik een flesje hoestsiroop kopen zonder suiker en werd mij een fles eigen merk aangesmeerd. Weet u zeker dat er geen suiker in zit? 'Tuurlijk mevrouw, dit is speciaal voor diabetici!' Thuisgekomen bleek de siroop vol glucosesiroop te zitten. 'Oh...is dat ook suiker?'
Meer voorbeelden? Een doosje insuline viel op de grond toen de juffrouw het uit de koelkast pakte. Toen ze het mij overhandigde, maakte ik het open en constateerde dat twee van de vijf ampullen gebroken waren. 'Gooit u die maar gewoon weg...wij kunnen ook niets met die kapotte spullen'. Het werd niet vervangen.
Als er een geneesmiddel 'uit patent loopt', ontvangt de apotheker een grotere bonus op het generieke middel dat dan gemaakt mag worden. Toen mij ongevraagd zo'n generiek middel werd gegeven en ik daar iets van zei, werd gezegd dat het origineel 'uit de handel gehaald' was. Pas na zéér lang aandringen gaf de apotheker toe en kreeg ik gewoon het originele geneesmiddel weer. Dit is trouwens géén uitzondering. Dochterlief woont en winkelt in Groningen en haar overkwam precies hetzelfde. Net als zoveel anderen, durfde ze er niets van te zeggen. Ik heb haar verteld hoe de vork in de steel zat en dat hielp. Veel andere mensen zullen zich echter ook hebben laten aftroeven. Kassa voor de apotheker, de klant is niet belangrijk. Zo kan ik nog wel een tijd doorgaan. Zoals ik al zei, ik ben er helemaal klaar mee. Een snelle rondgang op internet leerde mij dat er zeer betrouwbare internetapothekers (hangplek: gaper) bestaan, die gewoon je herhaalrecepten op vaste momenten thuis komen afleveren. Eén keer een recept indienen en je bent klaar. Het kost niets, het is sneller en ik hoef er de deur niet meer voor uit.
Het is jammer dat de apothekers, die ooit handige mengers waren, zich zo druk maken om hun status. Nu ze zelf helemaal niets meer hoeven te doen, zou je toch denken dat ze de tijd beter konden besteden aan een beetje service en klantvriendelijkheid. Tenzij ze het natuurlijk prettig vinden dat hun klanten liever op internet kopen!

donderdag 8 januari 2009

San Gennaro

Elk jaar in de maand januari, denk ik aan Gennari. Gennari is de liefkozende vorm van de naam Gennaro. Gennaro lijkt op Gennaio, de italiaanse naam voor januari, daar zal het wel door komen. Gennaro, eigenlijk San Gennaro, is een heilige en martelaar uit de Rijke Roomse traditie. Hij wordt vooral vereerd in het zuiden, hij is onder meer de stadsheilige van Napels. Maar ook in de rest van Italie wordt zijn naam vaak ijdel gebruikt! De uitroep 'San Gennaro' voorspelt meestal niets goeds. Het is niet zozeer een roep om hulp van de goedheiligman (daar hebben de Italianen de Heilige Maagd voor), maar vooral een kreet van onplezierige verbazing dan wel afschuw. Behalve dan in Napels, waar de kreet 'San Gennaro' steevast wordt gevolgd door de verzuchting 'Dammi la grazia', oftewel 'Sta mij bij'.
Hoe ik hier nou zo op kom? Dat komt omdat wij ooit een jongetje van een jaar of tien hebben leren kennen uit Napels. Het kereltje heette (natuurlijk) Gennaro, maar werd Gennari genoemd. Gennari verscheen voor het eerst op een avond in de pizzeria waar mijn man en ik werkten. De eigenaar, een goede vriend van ons, zat aan de kassa en raakte in discussie met een groep jongens van een jaar of zeventien, achttien. Althans, zo leek het. Beter kijkend, zagen we dat de opgeschoten jongens allemaal rond een klein blond kereltje stonden, die in zijn eentje het woord deed. Hij wilde graag pizza voor 'zijn mensen' maar dan wel tegen een schappelijk prijsje 'als je begrijpt wat ik bedoel'. Roberto begreep het maar al te goed. Hij had wel lol in het knulletje, dus de pizza werd geserveerd. Vanaf die avond werden Gennari en zijn mensen vaste bezoekers van de pizzeria. We zagen Gennari altijd eerst een rondje langs de zaak lopen. Als hij zag dat het geen al te druk moment was, wenkte hij met een subtiel gebaar van zijn hoofd 'de jongens' en ging hij ze voor de zaak in. Met Roberto wisselde hij enkele blikken van verstandhouding uit, groette ons allervriendelijkst en genoot van zijn pizza. Overigens pas nadat hij had gewacht tot ook zijn mannen te eten hadden. Jarenlang bleef de uitdrukking "Ca nessun è fess" (We zijn geen van allen gek!) favoriet in ons gezin, vooral op momenten dat iemand iets van je wilde. Gedurende drie zomers hebben wij Gennari daar te gast gehad en in de loop van de tijd kwamen we meer over hem te weten. Inderdaad, een Napolitaantje, schijnbaar zonder ouders. Hij had nog wel een oude Oma die hij moest onderhouden, maar verder was hij alleen verantwoordelijk voor zijn mannen. Dit stel onbenullen verkocht overdag handdoeken en 'belastingvrije' sigaretten aan toeristen op het strand, leverde het verdiende geld bij Gennari in en vertrouwde op de baas voor de rest. Ze sliepen in twee garageboxen. Gennari in de ene, de mannen in de andere. Ik vraag me nog wel eens af of Gennari nog leeft. Hij zou nu al dik in de dertig zijn, maar in zijn milieu maak je het meestal niet zo lang... San Gennaro, sta hem bij!

woensdag 7 januari 2009

Transplantatie

Buitenlanders zien ons land met andere ogen dan wij dat doen. Het is iets dat iedereen weet, maar het 'real life' meemaken, is nog veel leuker. Wat dat betreft mag ik niet mopperen. Als je (bijna) vijfentwintig jaar getrouwd bent geweest met een Italiaan, heb je heel wat zaken die je tot dan toe vrij normaal vond, ineens met andere ogen gezien. Nu zo'n beetje half Nederland helemaal uit zijn dak gaat vanwege het ijs, schiet mij te binnen hoe dat op mijn man overkwam, de eerste jaren in Nederland. Ook in de streek waar hij vandaan kwam, vroor het weleens, maar er was daar echt geen hond die op het idee kwam dan maar eens te gaan schaatsen. Veel later is dat trouwens wel veranderd, zeker nadat ene Sighel (een Italiaan) het tot de hoogste plaatsen in WK wedstrijden schaatsen schopte. Maar daar was nog geen sprake van toen ik nog in Italië woonde.
Alleen al het feit dat ik onze dochter mee naar buiten nam als het sneeuwde, kwam mij op heftige reprimandes van de familie te staan. Of ik nou helemaal gek geworden was, bij zulk weer blijf je binnen, dicht bij de verwarming en hoop je dat het gauw weer over is! Nou komt dat eerlijk gezegd vrij dicht in de buurt bij mijn eigen instincten, maar ik herinner me dat ik mezelf toendertijd toch wel graag als echte Nederlandse wilde afficheren. Ik ging dus gewoon mijn gang en trakteerde iedereen die het horen wilde op verhalen over Nederlandse moeders die met minstens drie kinderen en twee boodschappentassen op de fiets weer en wind trotseerden, ook tijdens sneeuwstormen. Die sneeuwstormen heb ik eigenlijk nooit echt meegemaakt hier, maar de verhalen hadden wel het gewenste effect. Die Nederlanders zijn van staal, gehard door een welhaast onmenselijk klimaat. Keihard en niet kapot te krijgen.
Later toen we in Nederland kwamen wonen, kwam mijn man er natuurlijk gauw achter dat het allemaal zo erg niet was, maar gelukkig waren er andere dingen waar hij niet over uitgepraat raakte. De paar dagen per jaar dat er van ijspret sprake was, bleef hij zich verbazen over die arme kinderen die maar buiten in de kou op schaatsjes stonden...Ontaarde ouders. En diezelfde ouders stonden dan zeker twee keer per jaar in Thialf mee te juichen met een dweilorkest en het maakte ze niet eens wat uit wie er nou won....Nee, daar kon een rechtgeaarde Italiaan echt niets mee. Maar het ergste moest nog komen. In 1997 (op 4 januari) vond de voor hem eerste en voor de rest van Nederland laatste, Elfstedentocht plaats. Verbazing is een eufemisme voor het gevoel dat zich van mijn man meester maakte. Zoveel gekte had hij nog niet eerder gezien, zelfs niet toen het Italiaanse elftal het EK won in 1982. Het journaal had niets anders meer te melden dan de ijsdikte in Friesland en tot overmaat van hilariteit werden er stukken ijs getransplanteerd. Het verhaal van de ijstransplantaties werd en bleef het persoonlijke succesverhaal van mijn Italiaan. Keer op keer hingen zijn oud-dorpsgenoten aan zijn lippen....Doen ze dat echt, in Nederland? Ze vroegen het ook weleens aan mij, denkend dat hun oude vriend het nu toch wel te bont maakte met zijn leuke anekdotes. Ik kon niet anders dan, enigszins verlegen, toegeven dat zulke dingen inderdaad gebeurden. De videoband van de barre tocht vond gretig aftrek bij familie, vrienden en bekenden. Gisteravond belde dochter Romina even. Of er al weer zo'n lange ijstocht was geweest, wilde haar man weten. Op mijn ontkennend antwoord bleef het even stil. Dat begrepen ze niet. Maar als het ijs niet dik genoeg is, dan kunnen jullie het toch wel transplanteren?

dinsdag 6 januari 2009

Drugs

Bij het woord drugs denk ik aan tegenwoordig aan geneesmiddellen. Vroeger niet, toen waren drugs ook voor mij synoniem met geestverruimende middelen. Volgens mij vallen de vitaminepillen van Lon ook onder die categorie. Vannacht heb ik bepaald gehallucineerd. Wat heet. De donzige chuzzle-poppetjes vielen me met boze gezichtjes in grote getale aan en toen ik dacht dat ik inmiddels klaarwakker was, zag ik ze stuk voor stuk de gordijnen in klimmen. Het kan natuurlijk ook de koorts geweest zijn, maar ik vind de vitaminepillen een leukere verklaring. Het biedt ook perspectieven voor al die mensen die het nu zonder paddestoelen moeten doen. Zelf ben ik er niet gek op, ik schraap zelfs de champignons van mijn biefstukje, maar er zijn volksstammen paddo-addicts die het nu zonder leuke trips moeten stellen. Voor hen zouden die vitaminepillen misschien wel een goed alternatief kunnen zijn.
Mijn allereerste kennismaking met drugs was op school. Jawel, die keurige Gooische kindertjes konden ook in mijn tijd al aardig de beest uithangen. Het was wel een klein groepje dat expirimenteerde en daar hoorde ik niet bij, maar ik hoorde er wel veel over en dat was spannend genoeg. De klasgenoten die zich met drugs bezighielden waren makkelijk herkenbaar aan hun 'Afghaanse jassen' en tassen gemaakt van oude tapijten. Lang haar, iiefst met henna roodgekleurd en...atijd supervriendelijk tegen iedereen. Peace was toen nog geen leeg woordje, ze probeerden het echt!
Niet veel later ging ik dagelijks in Amsterdam naar school. Op een uiterst keurige secreterassenopleiding zaten veelal stijve meisjes. Op een paar na, waar ik dus al direct dikke vriendinnen mee werd. Een van de dames heette Emmy en zij had al heel wat van de wereld gezien. Ze woonde toen al alleen op kamers, niet ergens keurig in Zuid maar midden in de warme buurt. De verhalen waar ze ons mee vermaakte waren te hilarisch voor woorden. Onder haar leiding belegden wij gezellige theekransjes bij de coffeeshops, daar kon je toen nog gewoon wat drinken, zodat we eigenlijk nauwelijks meer aan ´school´ toekwamen. Op een middag stelde Emmy voor om allemaal een pilletje in te nemen. Daar zou het leven errug mooi van worden. Ik dufde niet en ging naar huis. De volgende dag hoorde ik van de anderen hoe het geweest was, spectaculair! De mensen in de tram transformeerden tot stukjes fruit en de huizen voerden dansjes uit. Altijd het gevoel gehouden dat ik heel wat gemist had.
Toch duurde het nog heel wat jaren voordat ik aan mijn eerste stickie zat. Ik vond het geweldig. Ik bespeurde weliswaar geen psychedelische effecten, maar steeg enorm in mijn eigen achting. Zó stoer! Het is bij die ene keer gebleven, want ik wilde niet verslaafd raken...ik was al verslaafd aan sigaretten tenslotte.
Het is die verslaving waar ik al jarenlang mee worstel. Soms stop ik, dan begin ik weer maar altijd met de wens er voorgoed vanaf te zijn. Het is trouwens niet alleen mijn wens. Mijn dochter en mijn vriendinnen spreken me regelmatig op mijn ´vieze´ gewoonte aan en ook mjn collega´s zijn mijn gestink meer dan zat. Ik nu dus ook. Met de vreselijk hoestbuien van het moment heb ik besloten dat ik er klaar mee ben. Jawel, iedereen weet het nu....ik ben gestopt. Sinds gisteren om precies te zijn. Geen drugs meer, geef mij maar vitaminepillen!

maandag 5 januari 2009

Slikken


Geheel in tegenspraak tot wat ik mij had voorgenomen...ben ik ziek. Een zware verkoudheid, meer zal het niet zijn, maar dan wel zo één waarbij je hoofd uit elkaar lijkt te barsten, je neus een kraan lijkt, je keel op schuurpapier en je stem...laten we het daar maar niet over hebben. Niezend, hoestend en snotterend beweeg ik me koortsig van mijn bed naar beneden en vice versa. Niet zo leuk, zeker niet als je bedenkt dat er op de zaak hedenochtend een nieuwjaarsborrel met champagne plaats vindt. Daar had ik wel graag bij willen zijn!
Mijn vrienden en collega's zijn nogal wat van mij gewend op dat gebied, ik beschik helaas niet over de ijzersterke constitutie die in de rest van mijn familie zo gewoon is. Mijn broers en zus zijn eigenlijk nooit echt ziek, hoewel, één broer heeft ook diabetes, maar daar hebben we alletwee niet zo'n last van.
Eén van mijn vriendinnen is extreem bezorgd over mijn gezondheid. Ze beperkt zich niet tot het informeren naar mijn welzijn, maar meent daar een actieve bijdrage aan te moeten leveren. Ze werkt bij een groot bedrijf (hangplek: vitamine) dat vitaminesupplementen en andere gezondheidsproducten op de markt brengt. Mijn keukenkastjes puilen dan ook zo langzamerhand uit met potjes, stripjes en flesjes met pilletjes en poedertjes. Nee, ik gebruik ze eigenlijk maar weinig. Daar ligt het volgens vriendin Lon dan ook aan. Met grote regelmaat vult zij mijn voorraad aan en belt mij zeker in periodes van kneuzerigheid dagelijks om te controleren of ik die middelen ook wel echt slik. Sinds gisteren doe ik niet anders. Eén potje bevat pillen met 1000 mg vitamine C per stuk...ze hebben het formaat van een onderzeeboot, maar manhaftig slik er een stuk of zes per dag door. Of het helpt, kan ik niet zeggen, wie weet hoe beroerd ik me zonder die dingen zou voelen?
Lon en ik hebben elkaar zo'n jaar of achttien geleden leren kennen, toen we bij hetzelfde bedrijf werkten. Wij produceerden en verkochten plantaardige en homeopathische middelen (kruidentuintje). Ik heb daar elf jaar lang de (wervende) teksten geschreven, dus ik verbeeld me er wel iets van te weten. Tegen elk kwaaltje is wel een kruidje gewassen! De best verkochte middelen waren die op basis van brandnetel (goed voor de kalkopname), paardebloem (eigenlijk overal goed voor, maar vooral bij blaasproblemen) en de Rode Zonnehoed (Echinacea purpurea). Need I say more? Inderdaad, goed voor de weerstand, dat zouden de Sioux indianen al honderden jaren geleden hebben ontdekt. Ondanks mijn persoonlijke bedenkingen heb ik in die jaren heel wat van die druppels tot mij genomen. Dat lijkt erger dan het is, want de plantenextracten worden opgelost in alcohol, iets goeds krijg je dus altijd wel binnen! In die jaren was ik overigens bijna nooit ziek. Maar dat kan natuurlijk aan de leeftijd hebben gelegen, of aan het feit dat ik toen nog maar twee chronische aandoeningen had. Wie het weet mag het zeggen. Maar zoals ik me nu voel, ben ik bereid alles te slikken. De middeltjes van dokter Vogel koop ik niet meer, maar een extra handje Vitamine C tabletten neem ik zo meteen wel weer. Stevige groc erbij, dan gaat het vast morgen weer beter! En anders? Flink brufen slikken, niets natuurlijks aan, maar wel zeer effectief!

zondag 4 januari 2009

Zaterdagavond

Ja, ja! Het zal u hoogstwaarschijnlijk niets zeggen, maar het zinnetje 'Zaterdagavond, ja, ja!' komt uit de tune van een ooit zeer populair televisieprogramma, gepresenteerd door niemand minder dan Willeke Alberti en haar vader Willy. (hangplek: uit de oude doos) Ik keek er de hele week naar uit. Niet omdat ik zo'n fan van pa en dochter Alberti was, maar het was "showtime" op de Nederlandse televisie.
Voor zover ik me herinner, haddden we toen alleen nog Nederland I en Nederland II en op zaterdagavond
was het:... Feest! 's Middags was er eerst Swiebertje, op de voet gevolgd door Ivanhoe. Roger Moore (die was het) slingerde in ridderkostuum aan middeleeuwse kroonluchters terwijl hij onderhand, met nonchalante bewegingen, hier en daar een vijand doorboorde met zijn lange zwaard. De hele familie genoot, mijn broertje nog het meest. Boven de open haard hingen bij ons ook een paar zwaarden en het toppunt van pret was wel als Pa die zwaarden even van de muur afhaalde om vervolgens met broertje de spannendste scenes nog eens na te spelen. Ze lieten gelukkig wel de hulzen om de zwaarden zitten, dus er gebeurde nooit iets...
Daarna werd er gegeten, meestal soep met brood want het was tenslotte zaterdag en vervolgens werden de kinderen (wij dus) in bad gestopt. Flink opgewreven, glimmend en in schone pyjamaatjes mochten we dan lekker lang opblijven. Met de zaterdagse televisie-avond als hoogtepunt.
Het was niet altijd de familie Alberti trouwens, ik herinner me ook 'De Mountiesshow' en nog leuker, 'Johnny en Rijk'. Als mijn ouders de tijd uit het oog verloren konden we ook nog meegenieten van 'Stiefbeen & Zoon', maar dat was een uitzondering. Kinderbedtijd werd over het algemeen nogal serieus genomen bij ons thuis.
Tja, dan is het tegenwoordig maar behelpen eigenlijk. Gisteravond installeerde ik mezelf (in pyjama!) voor de TV om het programma van Marc-Marie Huijbregts te zien. Ik had hem nog niet eerder een show zien doen, ik ken hem eigenlijk alleen als voorbijkomende malloot in 'De Wereld draait door'. Eindelijk dus weer een ouderwetse zaterdagavond zou je denken. Mis!
Marc-Marie was net een minuut of tien lekker bezig of de telefoon ging. Mijn buurvrouw belde om te vertellen dat ze zich zo verveelde. Haar zaterdagavonden zijn ook niet meer wat ze ooit waren... Ik heb allerlei goede voornemens gemaakt zoals iedereen nu weet, dus ik kon niet anders. Televisie uit, bontjas over de pyama aangetrokken en op sloffen de buurvrouw opgehaald. Zelf was ze trouwens ook niet veel beter gekleed. Advocaatje met slagroom....koekje erbij, en ja hoor! Toen ik haar weer thuisbracht, bedankte ze met de woorden: "Kind, het was gezellig. Het was een echte ouderwetse zaterdagavond, net als vroeger, toen Willeke Alberti zelf nog leefde."
Nog even en ik zet mezelf op YouTube. 'De glimlach van een kind' kan ik ook nog wel zingen, zeker als ik denk aan vroeger!

zaterdag 3 januari 2009

Trouw

Vanmorgen kreeg ik een doorstuur-e-mail van een vriendinnetje van de lagere school. Ik ben niet onverdeeld gek op die ellenlange doorstuurmailtjes, maar soms zijn ze toch wel leuk. Deze las ik met belangstelling, omdat hij door dat vriendinnetje werd gestuurd. Ik heb haar al meer dan veertig jaar niet gezien, maar dat maakt eigenlijk niets uit. Ik herinner me haar nog precies zoals ze was en dat was leuk. Ze was het mooiste meisje uit de klas, een schitterende bos lang krullend haar en een fijn gezichtje al had ik dat natuurlijk niet zo kunnen benoemen als kind. Ze was meestal de eerste met mooie en voor die tijd hippe accessoires zoals een 'dubbele' leren schooltas die ik maar wat graag voor haar droeg als we naar school liepen. Wij hebben nu zo af en toe e-mail contact en daar ben ik bijzonder mee in mijn nopjes. Ik houd ervan om vriendschappen en relaties te onderhouden. Niet voor niets is mijn beste vriendin dat al sinds ons vijftiende, heb ik nog veel contact met andere klasgenoten en ga ik weleens uit met een vriendje uit de brugklas. Hij woont samen met een meneer, dus het is niet wat je zou kunnen denken, maar wel erg gezellig.
Ik ben vrij trouw van nature en er moet heel wat gebeuren voordat ik definitief besluit iemand nooit meer te willen zien of spreken. Nu ik erover nadenk, dat is nog maar een keer gebeurd tot dusverre. Maar dan hebben we het ook over een heel vervelend mannetje! Met zijn eerste en tweede ex-vrouw ben ik trouwens nog wel steeds bevriend. Het is een familietrekje, althans bij degenenen onder ons die het meest van vaderskant hebben meegekregen. Hij was veel onderweg voor zijn werk en kon dat goed combineren met bezoekjes aan verre oud-tantes in Friesland, oud klasgenootjes (jaargang 1910!) in Rotterdam en verdere, door anderen reeds lang vergeten, relaties. Ondanks de aardige ontvangsten overal, die mensen vonden het kennelijk wat leuk om mijn vader weer eens terug te zien en ik overal werd volgestopt met lekkers, vond ik die reisjes naar het verleden vaak overdreven en sentimenteel. Wat was er nu voor leuks aan om bij te praten met mensen die je al bijna vergeten bent? Nu ik zelf ook wat ouder ben, zie ik het anders. Van iedereen die je ontmoet in het leven krijg je iets mee, het is zonde dat zomaar langs de kant van de weg te laten liggen. Je wordt er wijzer, milder, aardiger en vooral gelukkiger van op den duur. Dat was ook de strekking van het mailtje van die oude schoolvriendin dat ik vanmorgen kreeg. Het is te lang om helemaal over te nemen, maar het komt er op neer dat je juist door het ouder worden gaat beseffen dat er heel veel niet hoeft en heel veel wel mag. Als je maar niet vergeet om trouw te zijn...aan je vrienden, je familie en vooral aan jezelf!

vrijdag 2 januari 2009

Uitgekookt

In de keuken ben ik geen groot talent. Italiaanse gerechten gaan nog wel, daar heb ik echt mijn best voor moeten doen, anders had ik het er niet lang uitgehouden, maar de Hollandse pot blijft voor mij net zoiets als wiskunde. In mijn familie kookten de mannen. Twee broers van mijn vader waren echte topkoks in hun tijd (de een schreef recepten voor Libelle en de ander had een eigen restaurant), mijn vader maakte thuis het eten klaar en ook mijn eigen broers staan hun mannetje achter het fornuis. Ze hanteren het principe dat als je lekkere dingen bij elkaar doet er altijd iets goeds uit komt. En eerlijk is eerlijk, het mislukt ze nooit. Bij mijn broers thuis staat altijd wel soep te trekken, staan er urenlang stukjes vlees met ingewikkelde kruidenmelanges op een laag vuurtje en dat allemaal zonder kookboek. De beste kok van het stel woont echter tegenwoordig in Spanje, zodat ik het zonder erwtensoep, hachee en stoofpeertjes moet doen.
De afgelopen weken heb ik natuurlijk geprobeerd er wat van te maken. Dat moet ook wel als je kinderen een week thuis logeren en je ook nog eens gasten uitnodigt. Gelukkig kun je gevulde kalkoen in een braadzak kopen, worden aardappeltaartjes zo afgeleverd dat ze alleen de magnetron nog in hoeven en is ossenstaartsoep uit blik van uitstekende kwaliteit. Beetje leuk de tafel dekken en het lijkt allemaal al gauw heel wat. Maar vanaf vandaag ben ik weer alleen dus voorlopig even uitgekookt.
Toch kan koken heel spannend zijn...Ooit kwamen vrienden bij ons eten die nogal wat gewend zijn op culinair gebied, dus vond ik dat ik mijzelf moest overtreffen. Ik koos voor Wiener Tafelspitz met Apfelkren en verse spinazie. Allemaal uit het origineel Oostenrijkse kookboek (hangplek: lekker). Wat het allemaal precies moest worden, wist ik niet maar ik volgde het recept op de letter dus het kon niet mis gaan. Het ging ook niet mis. Alleen was mijn teleurstelling wel erg groot toen het mij, na uren in de weer geweest te zijn met water, azijn, suiker en appels, een schaaltje appelmoes opleverde. De verse spinazieblaadjes die ik een voor een van hun steeltjes had ontdaan, bleken na de uitgebreide alchemistische bewerking niets méér te zijn geworden dan een heel klein beetje spinazie á la crème. Dit soort ervaringen maakt je nou niet direct kookgek.
Wel uitgekookt. Het recept bleef een topper op mijn menukaart, maar dan wel met behulp van Iglo en Hak. Lekkerder, meer en veel eerder klaar!
Gisteren belde mijn schoonzus. Ze was weer lekker bezig geweest in de keuken daarbij ondersteund door telefonische consulten met haar ex in Spanje. Het resultaat mag ik vanavond proeven. Hollandse hachee met stoofpeertjes. Ik verheug me er al op, daar blijf ik uitgekookt genoeg voor.

donderdag 1 januari 2009

Lente!

Ik weet het...voor de meeste mensen klinkt dit héél raar, maar voor mij begint de lente elk jaar op 1 januari. Let maar op, over een week staan de winkels vol met narcissen, hyacinthen en krokusjes. Weliswaar in rieten mandjes en vooral om binnen neer te zetten, maar toch. Alles ademt nieuwigheid en is dat niet een van de belangrijkste kenmerken van de lente? Van nu af aan zal ik elke dag met tevredenheid constateren dat de dagen weer iets langer worden en de vrieskou? Dat is een voorbijgaande vergissing van de natuur! Dat er al weer langzaam gespeculeerd wordt over 'de Tocht der Tochten' maakt mij niets uit en dat ik de autoruiten elke ochtend moet krabben om het ijslaagje te verwijderen brengt mij ook echt niet op andere gedachten. Dankzij de voerballetjes die her en der in mijn tuin hangen, zie ik steeds meer vogeltjes voorbij komen, ook dat is een teken. Het zal niemand verbazen dat ik een gruwelijke hekel aan de winter heb, ook al is die in mijn beleving dan ook erg kort. Kou en sneeuw zijn prachtig als je op vakantie bent in een bergachtig land maar niet in mijn achtertuin! Wat mij betreft mag het elke dag warm water regenen als anderen genieten van ansichtkaart-landschappen en witte rijp op de bomen. Ik denk dat mijn aversie tegen 'mooie Hollandse winters' al op zeer jonge leeftijd is begonnen. Ik voel me nog bevriezen bij de herinnering aan kindergenoegens als bijvoorbeeld schaatsen. Dat werd bij ons gedaan op de ijsbaan in Bussum in wat vroeger het 'Lagieskamp' heette. Laatst was ik er in de buurt en ging eens kijken. Er is niets meer terug te vinden. In dat gedeelte van Bussum, waar ook het zwembad was waar ik zomers wél graag kwam, staan nu tientallen boerderettes met twee buxusplantjes voor de voordeur en een eigen zwembadje in de achtertuin. Maar goed, toen er nog water was dat steevast bevroor in de winter, was het dus een schaatsbaan. Heel gezellig, met verlichting, muziek en een kraampje waar anijsmelk kon worden gekocht. Op extreem koude dagen stuurden onze ouders ons zonder pardon die ijsbaan op. Ik zie me nog zitten op een stukje bevroren gras, met ijskoude vingers trachtend die achterlijke schaatsen aan te krijgen. Denk niet dat het simpel was, kinderen leerden in die tijd schaatsen op Friese doorlopers, mijn broertje had nog geluk met zijn 'jongensschaatsen', die van mij hadden griezelig lange punten met een krulletje aan het eind. Er werd geschaatst op kaplaarzen (lekker warm) waar die houten schaatsen dan omheen gebonden werden met lange banden. Gelukkig bevroren mijn tranen van machteloosheid nog voordat ze naar beneden konden rollen, anders hadden ze zeker een klein wakje veroorzaakt. Soms was er een vriendelijke meneer of mevrouw die mijn ellende opmerkte en de stomme, inmiddels keiharde en onbuigzame, bandjes netjes strikte. Dat betekende zeker tien minuten plezier, totdat je weer scheef van je schaats zakte en de boel weer los zat. Scheve schaatsen rijden, zat er bij mij al vroeg in. Tegenwoordig schijnt dit kleine kinderleed niet meer voor te komen. Mijn dochter heeft ook leren schaatsen, maar dan op beeldige, lichtblauwe met bont gevoerde kunstschaatsjes...en aan de hand van haar vader voor ons eigen huis terwijl ik, met in de ene hand de camera en in de andere hand een lekker drankje, haar verrichtingen gadesloeg. Maar natuurlijk wel met één oog op de bomen en struiken, want ik wist zeker dat de eerste knoppen op uitbarsten stonden!