zaterdag 21 augustus 2010

Zeventien keien

Voordat een Brabander zijn intrede in onze familie deed, had het woord 'kei' voor mij slechts twee betekenissen: een steen of een geweldig mens. Ergens een 'kei' in zijn, was gewoon ergens heel goed in zijn. Met de komst van de Brabander werd het woordje 'kei' ook ineens een bijvoeglijk naamwoord. We kregen het 'kei-gezellig' en deden 'kei-leuke' dingen samen. Kei hoort bij Brabant, dacht ik.
Totdat ik de afgelopen week te gast was in Groningen. Daar was het 'Kei-week'. Onder de hoede van 'kei-leiders' gaan eerstejaars studenten op ontdekkingsreis. Dat het wegwijs worden in stad, cultuur en het academische leven zich vooral beperkt tot de Groningse Grote Markt en de belendende kroegen lijkt dan misschien een voorspelling van het nieuwe leven van prille studenten, maar niets is minder waar. De bierlucht mag dan een week lang penetrant overheersen, eenmaal uitgeraasd en gewend aan de collegebanken wordt er vooral keihard gestudeerd.
Het serieuze studeren dat volgde op de Groningse Keiweek van 2003 resulteerde voor Lisa, de beste vriendin van Dochterlief in de uitreiking van haar doktersbul tijdens de Keiweek van 2010.
Zelden ben ik dieper onder de indruk geweest van jonge mensen dan afgelopen donderdagmiddag. In totaal kregen zeventien enthousiaste studenten hun doktersbul uitgereikt in de prachtige Aula van het Academiegebouw in Groningen.
De studiebegeiders hielden korte toespraakjes waarin de afgestudeerden werden voorgesteld. Zo hoorde ik het levensverhaal van een studente die na haar lagere school naar de huishoudschool werd gestuurd. Daarna deed het meisje het MBO om via HBO verpleegkunde bij de studie psychologie terecht te komen. Nadat ze die had afgerond, besloot ze toch ook maar geneeskunde te doen. Met succes.
Naast haar zat een jongeman die bedrijfskunde had gestudeerd en met een leuke carriere bij een multinational was begonnen. De leegheid en de voorspelbaarheid van het 'alleen maar geld verdienen' maakten hem ongelukkig dus de 'high-potential' zegde zijn baan op, leverde salaris, lease-auto en emolumenten in en verdween voor enkele jaren in de collegebanken.
Andere studenten blonken uit door hun bijzondere resultaten. Zo waren er enkelen die al in het eerste jaar van hun studie waren begonnen met de Junior Scientific Masterclass, wat erin resulteert dat zij volgend jaar al promoveren. Zij hebben al wetenschappelijke publicaties op hun naam staan, posters gemaakt en lezingen gegeven. Daarnaast hadden alle studenten een druk sociaal leven geleid, sommigen vonden zelfs de tijd voor topsport. Vrijwel allemaal hadden ze een bestuursfunctie bekleed, zowel binnen als buiten de universiteit. Deze succesvolle studenten hebben natuurlijk vooraan gestaan toen de talenten werden uitgedeeld maar ze hebben er ook maximaal gebruik van gemaakt.
Het allermooiste vond ik het feit dat meer dan de helft van deze jonge artsen zich op de een of andere manier voor de medemens heeft ingezet. Stages in de tropen, werken in asielzoekerscentra en ander sociaal werk scoorden hoog.
En Lisa? Lisa blonk van terechte trots toen het haar beurt was om de bul in ontvangst te nemen. Zij is dan ook een van de mensen die het vertrouwen in de toekomst rechtvaardigen. Genomineerd voor de wetenschapsprijs vanwege het hoge niveau van haar afstudeerscriptie maar gesierd met vriendelijke bescheidenheid en een warm hart voor mensen die het minder hebben. Een kei dus. Net als die andere zestien. Maar het was dan ook Keiweek in Groningen.

Op de foto: Lisa Ong met haar ouders

zaterdag 7 augustus 2010

Herinneringen

Bent u ook weleens op zo'n gezellige begrafenis geweest? Vooral in het Oosten van het land zijn ze er goed in. Na de begrafenis komt men samen om broodjes te eten, koffie te drinken en als het mee zit, later nog een 'afzakkertje'. Ik heb een aantal keren mogen aanschuiven de afgelopen jaren. Het helpt natuurlijk wel als je niet een heel innige band met de overledene had, naaste familie zal een en ander zeker anders beleven. Maar wat zo'n begrafenis voor de wat minder nauw betrokkenen zo gezellig maakt, is het feit dat je weer eens iemand tegenkomt. Oude vrienden worden herenigd, herinneringen worden opgehaald en aan tegen het einde van de samenkomst valt hier en daar (meestal) onderdrukt gelach te horen. Dan is het echt tijd om op te breken en snel af te spreken om op een beter moment nog eens bij te praten. Vaak komt daar niet veel van terecht en bij een volgende begrafenis begint men weer opnieuw.
De afgelopen week voelde ik de behoefte het overlijden van mijn oud-collega met anderen, die hem óók gekend hadden, te delen. Hierdoor ontspon zich een e-mail conversatie met mijn "mecenas", de hoofdredacteur van het weekblad Privé uit die tijd.
Veel mensen denken dat Henk van der Meijden de 'grote man' van Privé was, maar dat is maar de halve waarheid. Henk bemoeide zich vooral met zijn krantenpagina en het weekblad werd geleid door Willem Smitt. Deze Willem, ik heb het al eens eerder gememoreerd, was verantwoordelijk voor het feit dat ik mijn man leerde kennen. Ik ben hem er nog steeds dankbaar voor.
Maar er was meer en dat kwam allemaal weer naar boven. Net als bij een echte begrafenis, zou je kunnen zeggen, hebben we virtueel genoten van oude, bijna vergeten herinneringen. En zo werd het dus toch nog gezelllig.
Veel collega's uit die tijd blijken al jong te zijn gestorven, maar tijdens de afgelopen week kwamen ze allemaal weer tot leven. Het resultaat is dat mij nu op de malste momenten de grappigste dingen te binnen schieten. Ik weet overigens dat ik met dergelijke anekdotes in elk geval één lezer een plezier doe. Wat dacht u van de keer dat mijn hoofdredacteur, een uiterst imposante man, voor een gesprek bij Prinses Irene was ontboden. Het was niet geen uitnodiging voor een interview, nee, de prinses wilde wel eens van de hoofdredacteur weten waarom er toch al ruim een week steeds twee van zijn verslaggevers voor haar deur postten... Maar Willem was niet alleen imposant...hij was ook buitengewoon innemend. Dus ging hij ervan uit dat hij er met zijn erudiete charme in zou slagen Hare Koninklijk Hoogheid wat leuke uitspraakjes te ontlokken. Of dat gelukt is? Niemand zal het ooit weten. Want toen Willem het opgenomen gesprek aan ons zou laten horen, bleken de casettebandjes (die hij op het koninklijke toilet nog had verwisseld) 'leeg' te zijn... Het maakte eigenlijk niet veel uit, want de Prinses had hem laten beloven om niets van wat er besproken was openbaar te maken. Dus moesten wij het op de redactie met zijn eigen verslag doen. Vertellen kon hij, dus we hingen aan zijn lippen. Het meest saillante detail van de vertelling (die in de loop der tijd steeds mooier werd) was de beschrijving van de koninklijke toiletpot. Het zal u hoogstwaarschijnlijk niet boeien, maar bij mij biggelen de tranen van het lachen nog over mijn wangen.
Dat kunnen herinneringen dus met je doen. Het lijkt wel een begrafenis! Misschien is het een idee om wat vaker terug te kijken naar de leuke momenten in ons leven en daarmee niet te wachten tot we aan de koffie met cake, het broodje of desnoods het afzakkertje zitten. Herinneringen...we hebben ze nodig, om het leven(d) leuk te houden!

zondag 1 augustus 2010

Duif is dood

Geen vrolijke, uitnodigende titel voor een comeback-column. Ik was van plan weer iets te laten horen als ik me weer helemaal geweldig zou voelen en zonnige berichten de wereld in zou kunnen sturen. Zover zijn we nog niet. Nog lang niet. Ondanks de lieve mailtjes die ik de afgelopen maanden van sommige trouwe bezoekers kreeg, gaat het nog steeds niet echt goed.
Maar toch, of juist daarom, ben ik er weer. Want soms gebeuren er dingen die niet onbeschreven mogen blijven. Het zijn de gebeurtenissen die je even doen wankelen, maar waardoor je ook gaat beseffen dat je in beweging moet blijven om niet om te vallen. Een van de ergste berichten was kortgeleden dat mijn allerbeste vriendin plotseling een gevecht tegen borstkanker moet leveren. De komende week wordt ze geopereerd. Niet één maar wel tien columns zou ik willen wijden aan alles wat er met haar gebeurd is in het tijdsbestek van een paar weken. Dat zou ze denk ik geen goed idee vinden, dus houd ik het maar bij deze alinea. Maar ik wil jullie allemaal wèl met klem aanraden om echt elk jaar zo'n verschrikkelijke borstfoto te laten maken. Pijnlijk of niet. Zij deed het wel en is er nu op tijd bij. En nog raakt ze haar hele borst kwijt. Dus dames....koop straks Pink Ribbon armbandjes, controleer je borsten minimaal één maal per maand en denk niet dat het ons niet zal gebeuren, Adèle is de vierde vrouw in mijn nabije omgeving die dit treft.
Maar de ziekte van mijn liefste vriendin is helaas niet de enige reden voor dit stukje. Misschien had ik er nog even over gezwegen als er niet nog iets anders was gebeurd.
Gisteren werd mij verteld dat een goede vriend en oud-collega uit mijn tijd bij het weekblad Privé onverwachts is overleden. Ik had geen rouwkaart ontvangen en lees zelf de Telegraaf niet, dus heb ik de begrafenis gemist. Erger nog, op de dag dat hij begraven werd, stuurde ik hem nog een mailtje. Waarom hij mijn vorige mail nog niet beantwoord had. Dat weet ik nu dus.
Charles is 56 jaar geworden en gedurende de laatste 31 jaar is hij een maatje voor me geweest. Er waren lange periodes dat we elkaar niet spraken, maar altijd opnieuw trokken we naar elkaar toe. Te véél samen ging niet goed, maar helemaal zonder elkaar...dat wilden we ook niet. En zo werd Charles Zwarts een van die mensen die meemaakten hoe ik trouwde, een dochter kreeg, heen en weer verhuisde en weduwe werd. Wij waren op de achtergrond getuige van alle grote gebeurtenissen in elkaars leven. We deelden onze voorliefde voor letters, onze kinderen, we deelden in elkaars eenzaamheid en zo af en toe hieven we het glas op onze toekomst in het bejaardenhuis. Hij zou een blauwe en ik een rode rollator kopen en zo zouden we dan samen elke dag de eendjes gaan voeren. En we zouden roddelen over onze mede-bejaarden natuurlijk. Want ons gedeelde Privé-verleden wilden we niet verloochenen. Drie weken geleden hebben we een hele avond door de telefoon met elkaar zitten praten. Charles vond dat ik maar weer eens moest schrijven...."maar ook eens over mij, want je hebt het over iedereen, maar ik kom nooit in je stukjes voor!" Ik beloofde hem ooit een column te wijden aan zijn uitstekende vertolking van de sketch van Toon Hermans over Charelli, de goochelaar met de dode duif. 'Duif is dood' is een gevleugelde uitdrukking geworden tussen ons.
Het was een grapje. Maar nu? Nu is Charles een van de twee hoofdpersonen uit een van de verdrietigste stukjes die ik geschreven heb.
En dat doet hem eigenlijk geen recht. Zelf was hij namelijk een uitstekende schrijver, veel van wat ik nu in praktijk breng heb ik van hem geleerd. Charles had een eigen lichtvoetige stijl, zijn tongue-in-cheek humor deed vermoeden dat voor hem de zon altijd scheen. Dat was natuurlijk niet het geval, maar ook al was hij niet altijd even vrolijk, hij ging het leven nooit uit de weg. Net als wij allemaal, kende ook hij periodes waarin het leek dat het lachen hem voorgoed vergaan was. "Dat hoort erbij', zei hij dan. 'De kunst is om er niet voor weg te lopen, maar er doorheen te marcheren'. Ik denk dat hij gelijk heeft. Charles deed het, Adèle doet het....wie ben ik dan om hun voorbeeld niet te volgen.

hier is de beroemde sketch (Duif is dood) te zien.