vrijdag 30 oktober 2009

Me zuster!

'Me zuster!' Tja, dat klinkt een beetje als 'Mijn tante op een bakfiets!' Maar de combinatie tante en bakfiets is absoluut ondenkbaar, althans in mijn familie. Niet alleen stammen mijn tantes uit de tijd dat bakfietsen nog slechts met de bakkersknecht en de scharensliep werden geassocieerd, ook fysiek is de combinatie schier onmogelijk. De uitroep 'Me zuster!' is hier dus wel degelijk serieus bedoeld! Nou voldoen mijn zuster en ik niet echt aan het sterotiepe beeld van zussen, eerlijk is eerlijk...
We zijn niet samen opgegroeid, wisten alleen in de verte van elkaar dat we bestonden en jarenlang is het niet in ons opgekomen daar verandering in te brengen. Tot de tijd er kennelijk rijp voor was en dat is niet zo héél lang geleden. Nee, we hebben Derek Bolt niet op bezoek gehad, we hebben geen emotionele oproep gedaan bij Jaap Jongbloed en we zijn elkaar ook niet huilend in de armen gevallen toen het eenmaal zover was. Ik heb haar gewoon opgezocht in het telefoonboek, een kaartje gestuurd en direct een kaartje teruggekregen. Niet alleen van haar trouwens, ook van mijn 'nieuwe' broer. Na wat heen en weer gemail en gebel zijn we met elkaar gaan eten en dat was gezellig.
Ik heb er sindsdien niet alleen een broer en een zus maar ook een zwager en een schoonzus, vier nichtjes en drie (in december komt de vierde!) achternichtjes en neefjes bij. Helemaal niet zo spannend als op televisie. Eerder gewoon. En dat maakt het nou net zo bijzonder! Mijn zus en ik gaan met een kopje thee (of zo...) aan tafel zitten en leuteren met gemak een hele dag vol. We kijken er helemaal niet van op dat we allebei veel sambal door het eten doen (ook door de gebakken eieren) en dat we stapelgek op beesten, en dan vooral honden, zijn. Noa, Bo en Sofie, de drie prachtige jachthonden van mijn zus zouden op zich al een verhaaltje waard zijn. Ze doen de honden-HBO en beschikken over een ingebouwde TomTom met afstandsbediening. Mijn zus en ik zijn allebei gelovig, maar ons gevoel voor humor is dan ook zo'n beetje hetzelfde. We rookten en zijn (zonder het van elkaar te weten) ongeveer tegelijkertijd gestopt. We hebben dezelfde dikke-buiken-fobie en verder delen we nog een paar (kennelijk familiaire) onhebbelijkheden, waarover ik me op deze plek niet nader uitlaat.
Zus houdt niet van poespas en flauwekul en ik wel, dus er zijn ook verschillen. We zijn immers geen tweeling. Ook al fysiek onmogelijk, want we delen alleen een biologische vader. Waarom ik dit zonodig op moet schrijven? Omdat ik er zo blij mee ben! Ik ben en blijf een echt familiemens. Weinig kan mij vrolijker maken dan weer eens iets te horen van een verloren gewaande neef of nicht, het vinden van een fotootje van een oude tante of toevallig op internet op de naam van je grootvader stuiten. Gelukkig gebeuren dat soort dingen weleens.
Van de zomer stond ineens mijn neef uit Amsterdam op de stoep. Over hem heb ik het al eens gehad, alleen was hij toen nog slechts een herinnering aan voorbije zondagen als kind in de grote stad. Wat ik me vooral herinnerde, was dat hij zo prachtig kon pianospelen en ik dankzij de door hem ten gehore gebrachte mazurka's, scherzo's en nocturnes, nog steeds het gevoel heb dat de zondagochtend niet compleet is zonder Chopin.
De muzikale neef is nu een 'rijpe' heer en pianospelen doet hij helaas nog nauwelijks vanwege artrose in zijn handen. Het leven verandert voor ons allemaal en gaandeweg nemen we afscheid van dingen die ooit belangrijk voor ons waren. Wat is het dan heerlijk om zo af en toe samen te mijmeren over hoe het 'vroeger' was.
Met mijn zus kan ik dat nog niet, maar wij zijn druk bezig met het zorgzaam opkweken van nieuwe herinneringen die we dan over dertig jaar kunnen bespreken. En voor wie denkt dat we dan toch de helft weer vergeten zijn, hebben wij met zijn tweeën maar één antwoord: 'Me zuster!'

maandag 26 oktober 2009

Bitterballen en buikgeluiden

Sinds enige tijd ben ik te vinden op een datingsite. Dat is een internetsite waarop mannen en vrouwen van diverse pluimage zogenaamde profielen kunnen maken. Zo'n persoonlijk profiel bestaat, naast informatie over je leeftijd, de regio waar je woont en de opleiding die je hebt gevolgd, uit meer persoonlijke details. Je vertelt iets over de boeken die je wel of niet leest, de films die je graag ziet, de sporten (?!) die je beoefent en meer van dat soort voorkeuren. Daarnaast vul je in naar wie je op zoek bent. Moet de prins op het witte paard weduwnaar zijn of geef je de voorkeur aan een gescheiden man? Wil je persé een vent uit Volendam of een kerel uit Ketelhaven of zoek je alleen mannen met rood haar en een lange baard? Wil je graag een christen of juist eens iets heel anders...? Je kunt het allemaal invoeren en de partners die bij je passen, worden dan automatisch aan jouw profiel gelinkt. De volgende stap is aan jou...een e-mail sturen of beantwoorden en vervolgens een afspraakje maken. Of niet natuurlijk.
Ondanks de uitgebreide vragenlijsten heb ik nog maar bijzonder weinig heren gespot die ook maar enigszins bij mij zouden passen! Tachtig procent van de ingeschreven mannen doet precies wat ik verafschuw: ze roken, luisteren voornamelijk naar Nederlandstalige muziek, kamperen graag en dan ook nog het liefst in eigen land, lezen niet of beperken zich tot Voetbal International, kijken niet naar het nieuws maar wèl naar actiefilms en bij klassieke muziek denken ze aan repertoire uit de sixties. En zeer zorgwekkend: een groot deel van de mannen boven de vijftig omschrijft zichzelf als 'knuffelbeer' en geeft als favoriete hobby 'rommelmarkten bezoeken' aan.
Not my cup of tea, zogezegd. Toch blijven heel wat vrouwen het proberen, want ergens moet hij toch rondlopen! En inderdaad, zo af en toe krijg je een mailtje waar je vrolijk van wordt. Leuke tekst, goede opleiding, interessante hobby's en als klap op de vuurpijl een smakelijke foto erbij. Na een paar mailtjes over en weer wordt het dan tijd om iets af te spreken. Ik heb nu een paar afspraakjes achter de rug en ik denk dat ik het bijltje er maar bij neer ga gooien. Hoewel? Het was soms wel hilarisch. Wat te denken van de leraar uit Limburg die op de afgesproken plek verscheen met een gigantische bos rode rozen...Helaas bleek na het gezellige etentje dat hij mij toch nog iets moest vertellen. Hij was getrouwd en hij maakte afspraakjes omdat hij het 'het laeve toch eigelik waal bar dreuvig' vond. Brrr. Nummer twee nodigde me uit naar Amsterdam te komen. We hebben gezellig zitten babbelen op het Rembrandtplein. De witte wijn en de bitterballen zorgden voor een bijna uitgelaten sfeer, ware het niet dat deze prins na een hoopgevend introotje, eigenlijk over niets anders wilde praten dan de gruwelijke laatste uren van zowel zijn moeder als zijn echtgenote, die beiden aan dezelfde slopende ziekte waren overleden. En als ik zeg 'in geuren en kleuren' dan bedoel ik ook echt 'in geuren en kleuren'! De bitterballen begonnen spontaan te stuiteren in mijn maag. Kan het erger? Ja hoor! Op een terrasje in Enkhuizen had ik een afspraakje met een werktuigbouwkundige die in zijn vrije tijd in een koor zong. Tja...leek leuk. Maar toen hij mij bij begroeting breed lachend de hand schudde, wist ik het al. Op een paar voortanden na, was zijn hele mond leeg! Een snelle babbel had hij wel, voor ik er goed en wel erg in had, lag zijn hand op mijn knie en vertrouwde hij me toe dat hij me 'best een lekker wijffie' vond. Wegwezen dus. Weer een heel ander type was de handenwringende en schokschouderende haptonoom uit Breda. Hij was kennelijk op van de zenuwen toen we elkaar ontmoetten, ondanks de pregnante dennengeur die hem als een wolk omgaf. Er ging geen rustgevend effect van uit, en dat was ook goed te merken. Zijn ingewanden waren dermate van streek dat niet alleen de borrelende buikgeluiden goed hoorbaar waren, maar hij ook zonder blikken of blozen nogal wat winden liet. Vandaar die dennengeur waarschijnlijk.
En dan was er nog die man die alleen maar over de technologie van ledlampjes wilde praten en de man die zich kleedde alsof hij een reincarnatie van André Hazes was. Mèt hoed wel te verstaan. Vandaar dat ik denk dat ik het voorlopig maar voor gezien houd. Natuurlijk hoop ik dat ik in de toekomst iemand leer kennen die ook liever niet alleen oud wordt. Maar of die bitterballen en buikgeluiden achteraf de moeite waard blijken te zijn? Wordt vervolgd. (Voor wie ook van plan is een afspraakje met een Limburger te maken, heb ik nog een handige link! Zie Limburgs woordenboek.)

woensdag 21 oktober 2009

Herfst

Het is herfst en dat is nieuw voor mij! Tot voor kort bestond het jaar uit twee seizoenen, lente en winter. De winter begon eind september, vlak na mijn verjaardag en de lente begon voor mij, zoals al eerder gemeld, op één januari. Vroeger, toen ik nog in Italië woonde, had het jaar ook maar twee seizoenen, maar dat waren dan zomer en winter. De Nederlandse zomers vind ik niet echt om over te gillen. Als het erg lekker weer is, noem ik het gewoon een heel warme lente. Die twee seizoenen hadden voor mij ook specifieke kenmerken. In de winter regent het en is het koud en in de lente schijnt de zon en kun je zonder jas naar buiten. Niets kan mij dan ook méér van mijn apropos brengen dan een zomerse plensbui en van een 'prachtige, zonnige winterdag' raak ik niet alleen van mijn apropos, ik word er ook superchagrijnig van. Ik houd er niet van als de wereld onoverzichtelijk wordt. Toch is dat nou precies wat er is gebeurd. Ik heb gemerkt dat het herfst is... Alleen het woord herfst al, bracht bij mij altijd zeer onaangenaame gevoelens naar boven. Ik associeerde herfst met cyclamen en crysanten, vallende blaadjes en avondrood (weet niet waarom) en met de muf ruikende droogbloemenboeketten van een oude vrijgezelle nicht. Kortom 'Herfst' was voor mij gewoon een ander woord voor verval of een bejaardenhuis. Daar wil ik dus helemaar niet aan denken! Maar...ik moet mijn tuin tegenwoordig zelf bijhouden. En ik heb in de Libelle gelezen dat je hem dan 'winterklaar' moet maken in oktober. Nu weet ik niet precies wat winterklaar is, maar gelukkig was de beschrijving in "Libelle's Leuke Tuingidsje" nogal uitgebreid en kon ik me, keurig stap voor stap, aan de voorschriften houden. Allereerst heb ik "gezellige tuinhandschoentjes" en "vrolijke kaplaarsjes met lieve bloemmotiefjes" gekocht, toen heb ik mijn landelijkste zijden shawltje (ja, dat had ik gelukkig nog) charmant om het hoofd geknoopt en ben ik de tuin in gegaan! Precies zoals het werd voorgeschreven. Harkje in de ene en een mandje in de andere hand. Dat was niet zo praktisch als het leek. In "Libelle's Leuke Tuingidsje" hoefde je namelijk niet eerst het gras te maaien, deden mannen in stoere kabeltruien het snoeiwerk en lagen de gevallen bladeren al op keurige hoopjes. Ik heb de hark en het mandje dus maar snel ingeruild voor een snoeischaar (en een bijl voor het grovere werk), heb met de elektrische zaag de heg (en het snoer) ingekort en ben helaas niet meer toegekomen aan het romantische werkje waar ik me zo op verheugd had: de gedroogde hortensia's afknippen. Het waren namelijk de foto's van manden vol gigantische hortensiabollen waardoor mijn enthousiasme voor tuinieren zo plotsklaps was opgeborreld. Daar was ik na tweeëneenhalf uur snoeien, maaien, bukken en opruimen dus te moe voor! Maar... het zonnetje scheen, ik kreeg het na verloop van tijd zelfs warm en ik zag ineens de prachtige kleuren van de nog bloeiende vlinderstruik, de rozenbottels in mijn klimroos en de mooie herfstkleuring van de bomen. Tja...herfstrood dus. Maar dan zonder de negatieve associaties. Ik vond het zelfs heel lekker ruiken in mijn tuin. Met andere woorden, ik heb de herfst ontdekt en het viel reuze mee! De tuin ligt er keurig 'winterklaar' bij, de gebloemde laarsjes, de handschoentjes, het shawltje èn het tuingidsje zijn opgeborgen tot volgend jaar en wat mij betreft mag de lente nu wel beginnen. De winter hoeft namelijk van mij niet zo. Naar een lekkere regen-en onweersbui kun je altijd wel luisteren! En kijken.

maandag 19 oktober 2009

Mis!

Mis-gegrepen? Mis-baar? Mis-vatting? Of Mis-dienaar? Eigenlijk van alles een beetje en daar is niets mis mee. Waar gáát dit over...?! Dit gaat over Emilie die besloten heeft om katholiek te worden. Katholiek? Ja, katholiek. En dan niet een beetje katholiek, maar een echte. Zo een die op gevorderde leeftijd het Heilig Vormsel wil ontvangen en die ter communie wil. Zo een die bidt, Maria vereert, de Heiligen een goed hart toedraagt en...tja het is niet anders, de Paus als plaatsvervanger van Petrus op aarde ziet. Hoe komt iemand daar nou bij? Iemand die uit streng Nederlands Hervormde huize komt, jarenlang haar echtgenoot bespotte als hij het Urbi et Orbi op televisie wilde volgen en diep in haar hart de Paus (de term Heilige Vader komt me nog niet over de lippen) een soort Jan Klaassen vindt. Wat is er gebeurd? Katholiek willen worden, is niet plotseling bij me opgekomen, het is een proces dat al heel wat jaren aan de gang is, misschien nog langer dan ik zelf besef. Als kind van vijf heb ik maanden in een katholiek ziekenhuis doorgebracht. Nonnen zwaaiden daar de scepter en ik was dól op ze. Nooit vergeet ik Zuster Juliana die me (op de brancard) meenam voor wandelingetjes door Bussum en dan ook even in 'haar' kapel ging bidden. Of Zuster Donar, die poppenkleertjes voor me naaide... Gebeden werd er ook in het ziekenhuis. Het gevolg was dat ik bij thuiskomst het 'Onze Vader' keurig kon bidden, maar dan wel op katholieke wijze. Dus "Verlos ons van het boze" was "kwade" geworden en de laatste regeltjes werden (toen nog) weggelaten. Mijn ouders vonden het niet zo amusant en ik heb in later jaren nooit meer zonder nadenken de Hervormde versie kunnen opzeggen. Dat katholieke zat er dus stevig ingehamerd, toen al. Mijn moeder was zeer bezorgd (en buitengewoon ontstemd) toen ik als tienjarige van mijn zakgeld een kerststalletje bij de HEMA kocht. Het was een monsterlijk plastic dingetje met glittertjes op het dak, maar ik was er zielsgelukkig mee. Het stond op mijn nachtkastje en ik keek regelmatig met trots naar 'mijn eigen' kleine Jezus. Jaren later kwam ik in Italie terecht en werd ik een regelmatig kerkganger. Keus was er niet, het werd dus de katholieke kerk. Ik was onder de indruk van de rituelen en voelde me door de pastoor begrepen. Ik werd nooit gepusht om over te stappen, integendeel. 'Er is meer dat ons samenbindt dan ons scheidt', was de favoriete opmerking van Don Giuseppe. Ik bleef het leuk vinden om me een beetje af te zetten tegen die katholieke onderdompeling. Als de pastoor thuis kwam om de paaseieren te zegenen, haalde ik altijd snel een paar eieren uit de schaal. 'Dat zijn mijn eieren, die houd ik graag protestants', zei ik dan. Don Giuseppe moest er om lachen. We zijn getrouwd in de katholieke kerk en onze dochter is er gedoopt en gezalfd. Maar toen anderhalf jaar geleden mijn man begraven werd en de mis in 'onze' kerk werd gelezen, wist ik het zeker. Hier hoor ik bij. Zo wil ik ook begraven worden en de troost van een hechte gemeente en de eeuwenoude rituelen van de Heilige Mis wil ik ook mijn dochter niet onthouden. En daar is helemaal niets mis mee! En zo te zien, is het er soms een vrolijke boel!

donderdag 15 oktober 2009

Van oude mensen...

Inderdaad. En dingen die voorbij gaan. Ik zal er geen gewoonte van maken om titels van anderen te jatten...Eén keertje maar, en hij was nou eenmaal niet de eerste de beste. (Overigens het woord jatten komt van het Jiddische woord "Jad". Een aanwijsstokje in de vorm van een handje met een gestrekt wijsvingertje waarmee de tekst in de Tora-rollen werd gevolgd. Geleerd in de sjoel van Elburg). Ik heb het afgelopen jaar vaak geschreven over mijn buurvrouw van (toen nog) 89. We woonden al bijna 34 jaar pal naast elkaar. Ik heb meegemaakt hoe ze haar oudste kind, een dochter, verloor en precies een jaar na de dood van mijn vader overleed ook haar man.
Samen hebben we heel wat buren zien komen en gaan. Mijn moeder was haar beste vriendin en ook háár heeft buurvrouw acht jaar geleden zien vertrekken. (Ja, dat is een eufemisme, tegen alle verwachtingen in ging zelfs mijn moeder maar heel gewoontjes dood.)
Buurvrouw was na elk sterfgeval volledig de kluts kwijt, hetgeen begrijpelijk is. Maar ik zag haar steeds opnieuw met een ongelooflijke veerkracht uit de as herrijzen. De humor, de wil om te leven en het optimisme hadden toch steeds de overhand.
Mijn buurvrouw genoot van de kinderen die buiten op straat speelden, smikkelde graag van een glaasje advocaat met slagroom en een béétje schuin grapje kon ze zeker waarderen. Ze volgde elke actualiteitenrubriek en wist precies welke anti-rimpelcreme het best getest was. En wat er in Story of Privé stond, wist zij beter dan de degenen die het geschreven hadden!
Haar jeugdherinneringen waren een bron van vermaak voor ons beiden. Avonden lang kon ze zitten vertellen en de kolderiekste gebeurtenissen ontsproten aan haar herinnering. Of ze allemaal echt gebeurd waren? Geen idee, ze waren in elk geval leuk om naar te luisteren. Sommige van deze herinneringen heb ik in eerdere columns verwerkt en uitspraken als 'Geest van Salmen sokkenwater' en 'Haarlemmer Dopie' zal ik zeker nooit vergeten. Zij wel.
In maart, vlak voor haar negentigste verjaardag is buurvrouw gevallen. Gewoon, vanuit stilstand in haar eigen keuken. Ze brak haar heup, werd onder narcose gebracht, vakkundig van een nieuwe heup voorzien en is goed hersteld. Maar haar geheugen heeft het allemaal niet goed doorstaan... Buurvrouw weet van niets meer en dat is misschien ook maar beter zo. Nu zit ze namelijk in een verpleeghuis en dat was nou precies de plek waar ze echt nooit terecht wilde komen. Het leven is soms toch minder wreed dan het lijkt.
Zondag was ik bij mijn laatst overgebleven tante. Zij is de jongste zuster van mijn moeder, woont in Bussum en is 'pas' 84. Ook zij moet binnenkort onder het mes. Ze heeft haar testament nog eens doorgelezen en stevig afgetimmerd hoe ze het verder geregeld wil hebben. Want Tante is zich er terdege van bewust dat oude mensen voorbij gaan en de dingen die belangrijk voor ze waren ook.

maandag 12 oktober 2009

Rust in de choepah...

Daar kun je zo'n enorme behoefte aan hebben...aan even rust in de tent. Of, beter gezegd, rust in je hoofd, want daar gebeurt het allemaal. Nadat ik me de afgelopen week weer bijzonder druk heb lopen maken (wat wil je ook met een buurman die jouw bomen ongevraagd kapt en jouw tuin als bouwput gebruikt) is de rust weer een beetje weergekeerd. Dat was overigens voor een groot deel te danken aan een bijzonder aardige ex-collega, die ik inmiddels ook al zo'n twintig jaar ken.
Deze vriend doet de PR voor de gerestaureerde synagoge in Elburg en hij had mij uitgenodigd eens te komen kijken in 'zijn' gerestaureerde sjoel (synagoge). Het is een schitterend museum geworden midden in het middeleeuwse vissersstadje. Op een steenworp afstand ligt ook de joodse begraafplaats, helemaal aan de rand van de stad, bereikbaar over de stadswallen.
Het bezoek aan de sjoel kwam extra goed uit, want zoals ik al eerder schreef, ik heb veel gelezen de laatste tijd. Twee van die recent gelezen boeken hadden Joodse onderwerpen. "Haar naam was Sarah" van Tatiana de Rosnay, over een tienjarig meisje dat met duizenden andere joden in 1942 werd opgepakt door de Franse politie en dagenlang in het Velodrome d' hiver zat opgesloten alvorens naar een vernietigingskamp te worden gestuurd, was het eerste. Het tweede boek was "Het lot van de familie Meijer" van Charles Lewinsky.
In deze roman wordt een Joods-Zwitserse familie gevolgd van 1871 tot 1945. Deze familiesaga heeft heel veel indruk op mij gemaakt. Niet alleen de natuurlijke, en vaak humoristische beschrijving van het typisch Joodse leven, de manier waarop de karakters tot leven komen en de warmte waarmee Lewinsky schrijft, vind ik mooi. Het is bovenal de manier waarop de schrijver de dreiging die de Joden boven het hoofd hangt tot de verbeelding laat spreken. Zonder gruwelverhalen over concentratiekampen (die worden niet eens genoemd) wordt de lezer bladzijde na bladzijde geconfronteerd met de laster en de haat die Joden al eeuwenlang in heel Europa achtervolgt. De familie Meijer bestaat uit askenasische joden, net als de joden die in Elburg woonden. De laatste van die groep Elburgse joden werd in 1942 weggevoerd. En van die Elburgse joden heeft er maar een de oorlog overleefd. Een vrouw die later naar Israel emigreerde.
Als je stil staat bij deze geschiedenissen, en daar word je wel toe gedwongen, heb je geen tijd meer om je druk te maken over onrechtmatig omgezaagde bomen. Als je in de synagoge staat te kijken naar de traditionele tent waar huwelijken onder werden gesloten (die na 1940 nog maar kort duurden) komt er een bizar gevoel van eeuwigheid over je. Zo zorgt rust in de choepah dan letterlijk voor rust in je hoofd. Een aanrader voor iedereen die daar aan toe is. Meer weten? Zie de link 'Sjoel'.

woensdag 7 oktober 2009

Even bijpraten!


Op 27 januari heb ik mijn laatste stukje geschreven, inmiddels zijn we bijna negen maanden verder. Wat ik zoal gedaan heb in de tussentijd? Héél veel, te veel om in één bijdrage even snel te vertellen. De komende weken zullen jullie er achter komen.
Het voornaamste is dat ik weer beter ben. Heeft die dubbele longontsteking dan zo lang geduurd? Nee, dat gelukkig niet! Maar de longontsteking bleek slechts het begin van een lange periode kwakkelen te zijn. Zoals al aangekondigd heb ik veel medelijden met mezelf gehad, me heerlijk gewenteld in mijn poeletje ellende maar daar heb ik nu echt wel genoeg van! Al een tijdje trouwens.
De hele zomer lang heb ik zo'n beetje vakantie gevierd. In mijn tuin met de Italiaanse logés...in Amsterdam met de Oostenrijkse logés (ik ben zelfs in de Bulldog geweest!), in Italie met mijn lieve nicht en haar gezin, nog een een keer naar Italië (voor één dag!) en weer terug met dochterlief...Heerlijk. Heerlijk druk, heerlijke mensen en natuurlijk ook heerlijk eten. En dat was te zien ook!
Verder? Verder heb ik contact opgenomen met 'mijnheer Pastoor' omdat ik katholiek wil worden, heb ik afscheid moeten nemen van de buurvrouw, ben ik met vrijwilligerswerk gestart, heb ik flink ruzie gemaakt met een 'boze buurman' en heel wat boeken gelezen.
Daarnaast...heb ik een profiel aangemaakt op een zogenaamde datingsite. Het zou best eens kunnen dat daar in de nabije toekomst nog aardige anekdotes uit ontstaan. Een paar heb ik er trouwens al, ééntje over ledlampjes en ééntje over André Hazes. Maar ook die houd ik nog even voor me. Er staat mijn lezers nog wat te wachten dus.
Maar zo overdreven als in het begin wordt het niet meer. Elke dag een column is amper vol te houden, hoe leuk en vol het leven ook is. Ik blijf regelmatig schrijven, maar één keer in de week lijkt me een beter idee dan elke dag!
Ik ben blij er weer te zijn, nu maar hopen dat jullie er ook plezier aan beleven!
Tot volgende week.