maandag 18 januari 2010

Mijn auto en ik...

Mijn eerste auto kocht ik in 1978. Op zich is dat niet zo bijzonder, ik was 22 jaar en dat is een mooi moment voor een auto! Behalve dan dat ik op het moment van aankoop mijn rijbewijs nog niet had. Nu was ik rijkelijk laat met het halen van mijn rijbewijs, dat wel. Voor rijlessen nemen had ik na mijn eindexamen helemaal geen tijd. Ik ging liever naar het buitenland en gaf mijn geld uit aan minder nuttige zaken. Al dacht ik daar in die tijd heel anders over. Maar goed, toen 'de ernst' des levens aanbrak, ik een echte baan had en de busverbinding maar zozo was, vond ik het toch de hoogste tijd voor rijlessen en een auto. Ik ging er van uit dat ik mijn rijbewijs wel in één keer zou halen, wat trouwens ook het geval bleek, dus ik had mijn droomautootje snel uitgezocht. Het was een witte Autobianchi A112 Elegant, vooral die laatste toevoeging was voor mij van doorslaggevend belang. Twee maanden lang stond het autootje te blinken voor de ruiten van de dealer voordat ik hem eindelijk kon ophalen. Misschien kwam het door het lange wachten, maar ik kan me niet herinneren ooit gelukkiger van een aankoop te zijn geworden dan toen. Ik had niet alleen een auto gekocht, ik had vrijheid en zelfstandigheid aangeschaft, althans zo voelde het!
Zodra ik in mijn limoesientje stapte, werd ik een vrouw van de wereld... Ik voelde me succesvol en wist dat het leven nog van alles in petto had. Dát straalde mijn Autobianchi ook uit. De A112 past precies bij mij en mijn nieuwe leven. Een kleine starter maar vrouwelijk en met behoorlijk wat luxe, voor die tijd.
Ik heb, en velen met mij, genoten van het wagentje. Helaas had ik kennelijk ook toen al een bijzonder sportieve rijstijl...na nog geen twee jaar en 80.000 km waren zo'n beetje alle onderdelen aan vervanging toe. Van de koppelingsplaat tot de achterklep. Het was een dermate beschamende situatie dat mijn vader mij dwong de auto bij de sloop af te leveren en zich heftig bemoeide met de volgende aanschaf. Het werd een Hyundai Pony. Saai...!! Maar ik heb me maar niet tegen Pa's bemoeizucht verzet. In de eerste plaats omdat hij werd gedreven door vaderlijke bezorgdheid en in de tweede (?) plaats omdat mijn vader een substantiele duit in het zakje deed, waardoor deze aankoop überhaupt mogelijk werd. Al een beetje ouder en wijzer geworden, was ik met deze Pony een stuk voorzichter dan met zijn voorganger. Het was ook met déze auto dat ik in 1982 naar Italië vertrok om er te blijven. En die auto paste perfect bij mij en mijn nieuwe leven. Zo degelijk en betrouwbaar als de Pony, voelde ik me zelf ook. Hoewel...Romina, mijn 'stiefdochter' herinnert zich mij en de auto anders... Zij kreeg haar eerste rijlessen in de Pony. Zij was 13 en ik onverantwoordelijk! Zo was ook deze Hyundai een getrouwe afspiegeling van mijn leven! Over het algemeen rustig, maar wel in staat tot iets geks als het nodig was. De auto is uiteindelijk terug naar Nederland gegaan en ik reed voortaan in de auto van mijn man. Een Fiat natuurlijk.
Maar toen veranderde ons leven, we verhuisden naar Nederland. Wéér een nieuwe auto! Na rijp beraad kozen we voor een Alfa 33. En wéér een en nog één. In weerwil van wat je zoal hoort zeggen hebben wij nooit stilgestaan, viel het reuze mee met de roest en reden ze héérlijk.
Ook later, toen ik in leaseauto's van de zaak reed, bleef het bij Alfa's. Drie keer een 147 en als laatste de 159. En de stoere, snelle Alfa's waren ook weer een prachtige afspiegeling van de laatste jaren. Alfa maakt de weg opwindend, luidt de slogan. En de weg wàs opwindend. Het leven was altijd druk en meestal vrolijk. Een dochter die volwassen werd, een geweldige baan, strategische keuzes en bovenal het volste vertrouwen in ons eigen kunnen. Altijd in de hoogste versnelling en soms wel eens iets te hard vooruit! Niet stilstaan bij de drama's die ook ons leven beroerden, maar snel optrekken om de minder prettige momenten achter je te laten.
En nu, na al die jaren volle kracht vooruit, verandert het leven opnieuw. Een haperende gezondheid (nee, een revisiemotor zit er niet in!) maakt een einde aan mijn zorgvuldig uitgestippelde toekomstplanning. Dus sta ik weer op het punt om een nieuwe invulling voor mijn toekomst te bedenken. Een onzekere toekomst misschien, maar vast en zeker geen saaie. Daar ben ik zelf bij! Opnieuw beginnen dus, net als dertig jaar geleden. Daar moet toch ook een auto bij te vinden zijn? Dus ben ik op zoek naar een nieuw limoesientje! Hij moet klein zijn, handig, wendbaar, zuinig en vrolijk. Maar hij moet vooral passen bij wat ik vanaf nu van mijn leven ga maken! Sinds het overlijden van mijn man ben ik weer alleen, maar zolangzamerhand krijg ik toch weer oog voor de positieve dingen in het leven. Net als dertig jaar geleden denk ik dat het nog heel leuk kan gaan worden! Nu de passende auto er nog bij...

zaterdag 16 januari 2010

Nog even Privé!

Al mijmerend over mijn jaren bij het weekblad Privé, kan ik mijn reizen naar Italië natuurlijk niet onvermeld laten! Want tijdens de eerste reportage ontmoette ik mijn man en tijdens de tweede de 'Schavuit van Oranje' en zijn eega Juliana, net na de troonsafstand.
Het is trouwens een klein wonder dat ik mijn man überhaupt heb leren kennen, want behalve dat ik er zelf alles aan deed om onder de opdracht uit te komen, had ook de secretaresse nogal wat te stellen om op korte termijn een hotel voor me te boeken. Dat kwam me wel uit, want ik wilde eigenlijk helemaal niet! Maar als de hoofdredactie iets in het hoofd had, gebeurde het meestal ook. En deze keer waren de heren op het lumineuze idee gekomen om in heel Europa 'vakantie-onderzoeken' te doen. Er werden collega's naar Duitsland, Oostenrijk, Spanje, Portugal, Frankrijk èn Italië gestuurd om een reportage te maken met tips, waarschuwingen en feiten over het betreffende land. Althans, zo leek het. We kregen ook een 'verborgen' agenda. De mijne luidde: 'Zoek zoveel mogelijk gevallen van roof, misdaad en ellende bij elkaar, zodat we de toerist kunnen waarschuwen tegen de criminele Italianen.' Ik sprak geen Italiaans, was er nog nooit geweest en had er dus echt geen zin in. Oostenrijk, Zwitserland, Spanje of zelfs Frankrijk had ik nog wel leuk gevonen, maar Italië?
Helaas. Niemand wilde met me ruilen en de secretaresse vond op de valreep tóch nog een hotel. Niet in de plaats waar de voorkeur van de hoofdredacteuren naar uitging, maar het was tenminste wat. Zo kwam ik op een fraaie zaterdagochtend in mei aan in Hotel Esedra in Rimini. De man die mij en mijn koffer naar de kamer bracht, keek mij diep in de ogen. Ik keek terug en wist het. Dit is hem. Liefde op het eerste gezicht, van beide kanten.
Mijn reportage werd iets anders dan Henk van der Meijden en Willem Smitt zich hadden voorgesteld, maar niet minder fraai. In plaats van over misdaad ging het over 'amore'. Politiebureaus kwamen niet in het verhaal voor, pizzeria's en strandwandelingen des te meer. De Italianen zelf waren natuurlijk geen sluwe criminelen, maar de liefste mensen van de wereld. Gelukkig hield Privé van romantiek...en werd het verhaal geaccepteerd.
Bij thuiskomst begon ik direct met een studie Italiaans en dat kwam mooi uit, want enkele maanden later vierden Prinses Juliana en Prins Bernhard vakantie in hun villa in Porto Ercole. Het was de eerste vakantie na de troonsafstand van Juliana en men wilde graag weten of de familie nu met rust gelaten werd....
Sterrenfotograaf Joop van Tellingen en ik vlogen naar Italië en namen onze intrek in het hotel waar, wat een toeval, de volledige beveiliging van Juliana ook logeerde. Dat was een prima plek, vanaf het terras van het hoger gelegen hotel, keek je zo het koninklijke privé strandje op. Jammer alleen dat er nooit iemand naar buiten kwam. Enkele dagen lagen Joop en ik met telelenzen in de stekelige bosjes rond de villa. Voor Joop was het 'business as usual' maar ik kende dit soort scenes alleen van de film en genóót. Op den duur gaat echter ook 'paparazzi spelen' wel vervelen, zeker als je voor niets de wacht houdt.
De mannen van de beveiliging hadden kennelijk met ons te doen, of we werkten ze dusdanig op de zenuwen dat ze met een voorstel kwamen. Als we de volgende dag om vier uur in het haventje van Porto Ercole waren, zouden zij zorgen dat 'Jula en Benno' er ook waren. Zo gezegd zo gedaan.
Om precies vier uur meerde het jacht van de Koninklijke Familie aan en kwamen Juliana en Bernhard over de loopplank. Eerst de prinses. Ze zag ons, ging nog snel even met haar hand door haar verwaaide haar en streek haar gezellige katoentje glad. Toen bleef ze staan en wachtte op Bernhard. Hij was gekleed in een lichtblauwe babydoll met een roze Snoopy op het shirt. Het was geen gezicht. Kennelijk vond hij het zelf ook maar zozo, lacherig stak hij zijn borst vooruit en wees op zijn shirt, terwijl hij zijn Snoopy in alle glorie liet fotograferen. Na een vriendelijk knikje onze kant op, liepen ze weer door en stapten de gereedstaande auto in.
En toen? Toen hielden wij ons natuurlijk ook aan onze kant van de deal. We zouden de familie verder met rust laten. Joop installeerde zich met zijn Tex Willer stripboeken in het hotel en ik ben met de huurauto (een Fiat Ritmo) naar de andere kant van Italië gereden om nog even een dagje met mijn grote liefde door te brengen!

woensdag 13 januari 2010

Mijmeren

Ik mijmer graag. Wat een prachtig woord, mijmeren. Alleen daarom al! Maar de omstandigheden zijn er ook perfect voor. Buiten is het nog steeds koud, nat en onaangenaam en binnen is het warm en gezellig. Veel te doen heb ik niet en dan verval je dus al gauw in mijmeringen. Waarover zoal? Ik durf het nauwelijks te zeggen, ik mijmer namelijk vooral over het verleden. Een opmerking, een geur, een woord of een smaak....het is vaak genoeg om een herinnering op te roepen en zo kom je van het een op het ander. Eén van de triggers tijdens de afgelopen dagen was het overlijden van Lous Haasdijk. Lous Haasdijk was ooit televisiepresentatrice en in die hoedanigheid heb ik haar eens geinterviewd. Het was mijn allereerste interview voor het weekblad Privé, waar ik in 1979 als verslaggeefster was begonnen.
Van het gesprek met mevrouw Haasdijk herinner ik me eigenlijk niets meer, alleen dat ze erg aardig was. Henk van der Meijden en Willem Smitt (de hoofdredacteuren) waren natuurlijk ook niet gek. Met zo'n beginneling start je voorzichtig!
Mijn tweede interview was met John Woodhouse, Nederlands bekendste accordeonist. John Woodhouse had een schuilkelder onder zijn huis laten bouwen want hij was doodsbang voor een kernoorlog. Dat was geen sensationeel nieuws, maar ik voelde me al een echte reporter worden. Tot die tijd had ik namelijk de taak de horoscopen te vertalen...
Een van de astrologen was Mme Soleil uit Parijs. Mijn frans was echter niet zo geweldig en toen ik ook nog in de gaten kreeg dat niemand het verder nog nakeek en de horoscopen sowieso niet in de goede week werden geplaatst, deed ik ook mijn best niet meer. Ik liet mijn fantasie de vrije loop en schreef ze zelf. Mijmeringen!
Dat mijmeren is een tweede natuur geworden. Want, zo leerde ik al snel, je moet je inleven in de sterren en 'filosoferen' over wat ze zouden kunnen zeggen. Of ze het dan ook daadwerkelijk zeiden, was minder belangrijk. Zo mijmerde je koppen en citaten bij elkaar.
Het was een leuke tijd, althans wat ik me er na dertig jaar nog van herinner! Een van die herinneringen is een reis naar Spanje met een Stichting die zich inzette voor jongens met de ziekte van Duchenne. Dit is een progressieve spierziekte die altijd fataal afloopt. De meeste patienten worden niet ouder dan een jaar of zestien. Privé sponsorde die vakantie en zorgde er voor dat een aantal artiesten belangeloos optrad tijdens die week. André van Duin, Frans van Dusschoten, Corrie van Gorp, Ronnie Tober, de Zangeres zonder Naam, Freddy Breck, Vader Abraham, Imca Marina en vele anderen waren erbij. En ik natuurlijk. Om in een 'ontspannen' setting eens 'gezellig te mijmeren' met de artiesten.
De sterren traden drie keer op en de rest van de tijd waren ze vrij. Maar sommigen bleven ook overdag bij de kinderen, gingen mee met hun uitstapjes en hielpen de begeleiders zelfs met de verzorging. Vooral André van Duin, die door de kinderen steevast 'Willempie' werd genoemd, had geen seconde rust. Pas 's avonds als de kinderen in hun bed lagen, kwam het gezelschap bij elkaar in de hotelbar en dan werd er druk gepraat, gelachen en gedronken.
Op een van die avonden kwamen de meereizende partners van twee artiesten naast me zitten. Ze huilden. Hun partners hadden zich namelijk 'even in de hotelkamer' teruggetrokken. En niet om te kaarten. Die avond hebben twee intens verdrietige mensen hun hart bij me uitgestort.
Trots kwam ik na een week op de redactie, zoveel opzienbarend nieuws, dáár zouden ze wel blij mee zijn. Ik hoefde niet te mijmeren, de sensationele koppen en citaten rolden als vanzelf mijn pen uit. Tevergeefs. 'Dat willen de mensen toch niet weten!' doceerde Willem Smitt. 'En probeer je eens voor te stellen hoe dat zou zijn voor die artiesten!' en weer zat ik te mijmeren. En nu, jaren later, vind ik eigenlijk dat hij gelijk had. Jammer dat er tegenwoordig niet meer zo gemijmerd wordt..

vrijdag 8 januari 2010

Kattenkwaad

Gisteravond heb ik Erwin Krol horen zeggen dat we zaterdag maar massaal in bed moeten blijven...Ik ben van plan die goede raad op te volgen. Hoewel, een hele dag in bed liggen is natuurlijk best saai, op de bank is het comfortabeler. Dat vindt mijn poes Fien ook. Ze verplaatst zich deze dagen nog slechts van de bank naar de etensbak en weer terug en meteen na Fabeltjeskrant vertrekt ze naar boven, waar ze op mijn bed gaat liggen. Tegen de tijd dat ík daar aankom snurkt ze luidkeels. Natuurlijk wordt ze wakker als ik het licht aandoe en dat kijkt ze me intens geïrriteerd aan. 'Mens, ga alsjeblieft ergens anders liggen en laat mij met rust', is de overduidelijke boodschap. Uiteindelijk schuift ze dan toch een beetje op, zodat ik er ook bij kan. Makkelijke kat dus.
Maar deze semi-winterslaap heeft toch een vreemde uitwerking op haar. Het tekort aan beweging en het gebrek aan ruimte eisen hun tol. En dan, tja, dan maakt ook déze kat in het nauw, rare sprongen. Gisterochtend zat ze schijnbaar tevreden naar buiten te kijken, op een metertje van de schuifpui verwijderd. Ineens nam ze een gigantische sprong en hing binnen een fractie van een seconde boven in mijn gordijnen. Wat zeg ik, in mijn vitrage waar ze drie behoorlijke gaten in trok.
Raar. In haar hele achtjarige bestaan heeft ze, voorzover ik kan nagaan, nog nooit gesprongen. Of gerend of überhaupt een activiteit ondernomen. Eén keer is ze met een muis aan komen zetten, maar ik vermoed dat die al dood was toen ze hem vond...
Voor straf heb ik haar toen maar naar buiten gestuurd. Dat was natuurlijk héél gemeen, want in mijn tuin ligt een centimetertje of twintig sneeuw. En ik weet niet hoe het andere katten vergaat, maar Fien houdt daar niet van. Ik heb haar de voordeur uitgelaten en ook dat was een rotstreek. Ze heeft namelijk nooit begrepen dat je ook door de voordeur weer naar binnen kunt, zij denkt dat de enige ingang aan de achterkant is. Ze moest dus om het hele huis lopen, waarbij ze tot haar oksels in de sneeuw wegzakte. Ik had er een filmpje van moeten maken. Poot erin, langzaam weer terugtrekken, volledig uitschudden en dan met de moed der wanhoop een stukje verder er weer in. En dat met allevier de pootjes. Af en toe sloeg ze haar ogen ten hemel alsof ze Sint Antonius persoonlijk verantwoordelijk hield voor deze ellende. Ik heb ervan genoten. Lekker puh, dat krijg je als je mijn vitrage stuk trekt.
Dat schoot me vandaag te binnen toen ik even snel bij AH naar binnen liep. Ik was van plan er ook weer snel uit te lopen, maar ik werd (langdurig) staande gehouden door een aardige, zij het zeer stotterende jongeman. Hij verzamelde handtekeningen (en geld) om een wet te laten aanpassen. Het schijnt dat dierenmishandeling in Nederland nog steeds niet strafbaar is, maar juridisch slechts als vandalisme kan worden behandeld. Mede namens Fien dus een oproepje...Als we toch massaal binnenblijven is er tijd genoeg om een kijkje te nemen op de website van de Dierenbescherming. Wie weet komt u dan op een goed idee?! Fien en ik gaan genieten van een rustig, ingesneeuwd weekend. Ik zal haar in elk geval niet meer naar buiten sturen! Beloofd.

dinsdag 5 januari 2010

Kameel terug, asielzoekers geweigerd!

Toen ik een week of wat geleden mijn kerststal van zolder haalde, ontdekte ik dat mijn kamelen waren verdwenen. Vervelend, want drie wijzen zonder kamelen...dat hoort niet. (Zie 'Kamelen gezocht', dd 14 december) Vandaag, net op tijd voor Driekoningen, dook een van de twee schepen van de woestijn weer op. Hij staat inmiddels uit te rusten bij de stal, nog net een dag genietend van de aandacht en warmte. Hoe anders is het de wijzen in de kathedraal van Agrigento (Italië) vergaan.

Vrijwilligers van de plaatselijke Caritas zijn daar verantwoordelijk voor het opzetten van de stal en zij ondervonden bizarre moeilijkheden. Althans dat staat te lezen op het bordje dat naast de kribbe is geplaatst:

"Wij wijzen u er op dat het kindje Jezus dit jaar geen cadeautjes zal krijgen: de drie wijzen uit het Oosten zijn, samen met andere asielzoekers, aan de grens geweigerd".

Deze actie is weliswaar bedacht door de mensen van Caritas, maar zij hebben volledige medewerking gekregen van de aartsbisschop, Francesco Montenegro. Deze laatste heeft een signaal willen afgeven naar zowel de clerus als de samenleving.
"Als Jezus in onze tijd naar Italië zou hebben willen emigreren, was hij vast en zeker geweigerd", luidt zijn commentaar. En inderdaad. De wijzen uit het Oosten hadden wellicht nog een kansje gemaakt als kennismigranten, maar zowel in Italië als in Nederland zitten we hoegenaamd niet meer te wachten op 'buitenlanders'. Ook al zijn het Gods kinderen.

Op de valreep dus toch nog een kerstalletje...wie had dat nou gedacht. Alleen de kameel waarschijnlijk, die zich door een dikke laag sneeuw een weg naar huis baande. Waar hij geweest is? Jammer genoeg kan hij het me niet vertellen. Ik mag hopen dat hij naar dat 'beloofde land' is geweest, waar iedereen zonder problemen naar toe kan reizen en weer terug ook.

(bron: La Repubblica)

zondag 3 januari 2010

Drie wijzen en één heks

Het is bijna zes januari...de dag dat de wijzen uit het Oosten de stal in Bethlehem zouden hebben bereikt waar Jezus was geboren. Dat feit zou al zo'n dikke tweeduizend jaar geleden hebben plaatsgevonden en er is vrijwel niemand die er nog van wakker ligt. Hier althans. In Italië is dat anders, daar wordt Driekoningen heftig gevierd, vooral voor de kinderen. En iedereen die als de kinderkens wil worden natuurlijk. Dat maakt Italië nou zo leuk. Hoewel, het heeft waarschijnlijk meer met rurale tradities en het katholieke geloof te maken, dan met de geografische ligging. Maar hoe het ook zij, ik kan intens genieten van de folkloristische, religieuze en seizoensgebonden rituelen, die ervoor zorgen dat het jaar in overzichtelijke brokjes wordt verdeeld. Elk stukje jaar heeft zo zijn eigen feestje.
Op zes januari viert men dus Driekoningen, het eerste feestje van het jaar. Voor de kinderen is daarbij de Befana van groot belang. De legende (er zijn er diverse, maar ik houd me maar aan de aardigste) vertelt hoe de drie Wijzen uit het Oosten op zoek waren naar de stal van Bethlehem. Hen werd de weg gewezen door een stralende ster, maar dat bleek niet altijd even doeltreffend. Ze verdwaalden al snel. Al zoekende kwamen ze bij het bescheiden huisje van een oud vrouwtje en daar klopten ze aan om de weg te vragen. Het vrouwtje kon hen echter niet vertellen waar ze de kleine Jezus konden vinden en stuurde ze onverrichterzake weer weg. Dáár kreeg ze spijt van. Na een dag of wat besloot ze toch ook op zoek te gaan naar het kind in de stal. Met al het lekkers dat ze in huis had, ging ze de wijzen achterna, op zoek naar de boreling... Ze heeft hem nog niet gevonden en zoekt dus nog steeds. Onderweg alle kinderen van lekkers voorziend, want in elk kind kan de kleine Jezus terug te vinden zijn.
In de nacht van vijf op zes januari komt de Befana, die inmiddels de vorm van een heks heeft aangenomen, langs bij alle huizen waar kinderen wonen en gooit daar zoetigheid door de schoorsteen naar beneden. Zij komt niet te paard of op een door rendieren getrokken slee, maar bedient zich van een bezemsteel. Het effect is hetzelfde. Stoute kindjes vinden kooltjes in hun sok (!), lieve kinderen snoep.
Onanks het gebrek aan Sinterklaas en Zwarte Piet, komen dus ook de Italiaanse kindertjes niet te kort. Hun ouders trouwens ook niet.
De volwassenen leven meer met de liturgische waarheid van Driekoningen. Het feit dat de wijzen op zes januari eindelijk de stal in Bethlehem bereikten, staat in de katholieke kerk voor het eerste publieke optreden van Jezus. Het moment dat hij buiten de kleine kring van ouders, herders en wat aanwezige dieren, echt aan de wereld wordt geopenbaard. Een vooruitblik op de vervulling van zijn leven, met Pasen.
Driekoningen wordt dan ook wel Pasquella genoemd, kleine Pasen. Het luidt de Kersttijd uit en de tijd naar Pasen in. Dat moet gevierd worden. Mannen uit de dorpen (pasqualotti) gaan 's avonds langs de deuren (vooral ook de deuren van de plaatselijke kroegen) en zingen gepaste wijsjes waarin om een vruchtbaar jaar en een goede oogst gevraagd wordt. Alle aanwezigen wordt vast een Zalig Pasen toegewenst en dit wordt vanzelfsprekend bekrachtigd met een heildronk.
Overal waar de mannen komen, worden ze beloond met een borrel, een en al gezelligheid. Ik mis die Italiaanse gebruiken echt. Maar niets weerhoudt mij er echter van om op zes januari op de gezondheid van de drie wijzen uit het Oosten te klinken. En op die van jullie natuurlijk. Vrolijk Pasen!

vrijdag 1 januari 2010

Gelukkig Nieuwjaar!

Voor alle lezers van mijn weblog de allerbeste wensen voor een gelukkig, gezond en voorspoedig 2010.
En om het nog maar even muzikaal te houden, nog één keer de Radetzky Mars van Johan Strauss sr. door de Wiener Philharmoniker onder leiding van Herbert von Karajan.