maandag 19 oktober 2009

Mis!

Mis-gegrepen? Mis-baar? Mis-vatting? Of Mis-dienaar? Eigenlijk van alles een beetje en daar is niets mis mee. Waar gáát dit over...?! Dit gaat over Emilie die besloten heeft om katholiek te worden. Katholiek? Ja, katholiek. En dan niet een beetje katholiek, maar een echte. Zo een die op gevorderde leeftijd het Heilig Vormsel wil ontvangen en die ter communie wil. Zo een die bidt, Maria vereert, de Heiligen een goed hart toedraagt en...tja het is niet anders, de Paus als plaatsvervanger van Petrus op aarde ziet. Hoe komt iemand daar nou bij? Iemand die uit streng Nederlands Hervormde huize komt, jarenlang haar echtgenoot bespotte als hij het Urbi et Orbi op televisie wilde volgen en diep in haar hart de Paus (de term Heilige Vader komt me nog niet over de lippen) een soort Jan Klaassen vindt. Wat is er gebeurd? Katholiek willen worden, is niet plotseling bij me opgekomen, het is een proces dat al heel wat jaren aan de gang is, misschien nog langer dan ik zelf besef. Als kind van vijf heb ik maanden in een katholiek ziekenhuis doorgebracht. Nonnen zwaaiden daar de scepter en ik was dól op ze. Nooit vergeet ik Zuster Juliana die me (op de brancard) meenam voor wandelingetjes door Bussum en dan ook even in 'haar' kapel ging bidden. Of Zuster Donar, die poppenkleertjes voor me naaide... Gebeden werd er ook in het ziekenhuis. Het gevolg was dat ik bij thuiskomst het 'Onze Vader' keurig kon bidden, maar dan wel op katholieke wijze. Dus "Verlos ons van het boze" was "kwade" geworden en de laatste regeltjes werden (toen nog) weggelaten. Mijn ouders vonden het niet zo amusant en ik heb in later jaren nooit meer zonder nadenken de Hervormde versie kunnen opzeggen. Dat katholieke zat er dus stevig ingehamerd, toen al. Mijn moeder was zeer bezorgd (en buitengewoon ontstemd) toen ik als tienjarige van mijn zakgeld een kerststalletje bij de HEMA kocht. Het was een monsterlijk plastic dingetje met glittertjes op het dak, maar ik was er zielsgelukkig mee. Het stond op mijn nachtkastje en ik keek regelmatig met trots naar 'mijn eigen' kleine Jezus. Jaren later kwam ik in Italie terecht en werd ik een regelmatig kerkganger. Keus was er niet, het werd dus de katholieke kerk. Ik was onder de indruk van de rituelen en voelde me door de pastoor begrepen. Ik werd nooit gepusht om over te stappen, integendeel. 'Er is meer dat ons samenbindt dan ons scheidt', was de favoriete opmerking van Don Giuseppe. Ik bleef het leuk vinden om me een beetje af te zetten tegen die katholieke onderdompeling. Als de pastoor thuis kwam om de paaseieren te zegenen, haalde ik altijd snel een paar eieren uit de schaal. 'Dat zijn mijn eieren, die houd ik graag protestants', zei ik dan. Don Giuseppe moest er om lachen. We zijn getrouwd in de katholieke kerk en onze dochter is er gedoopt en gezalfd. Maar toen anderhalf jaar geleden mijn man begraven werd en de mis in 'onze' kerk werd gelezen, wist ik het zeker. Hier hoor ik bij. Zo wil ik ook begraven worden en de troost van een hechte gemeente en de eeuwenoude rituelen van de Heilige Mis wil ik ook mijn dochter niet onthouden. En daar is helemaal niets mis mee! En zo te zien, is het er soms een vrolijke boel!

donderdag 15 oktober 2009

Van oude mensen...

Inderdaad. En dingen die voorbij gaan. Ik zal er geen gewoonte van maken om titels van anderen te jatten...Eén keertje maar, en hij was nou eenmaal niet de eerste de beste. (Overigens het woord jatten komt van het Jiddische woord "Jad". Een aanwijsstokje in de vorm van een handje met een gestrekt wijsvingertje waarmee de tekst in de Tora-rollen werd gevolgd. Geleerd in de sjoel van Elburg). Ik heb het afgelopen jaar vaak geschreven over mijn buurvrouw van (toen nog) 89. We woonden al bijna 34 jaar pal naast elkaar. Ik heb meegemaakt hoe ze haar oudste kind, een dochter, verloor en precies een jaar na de dood van mijn vader overleed ook haar man.
Samen hebben we heel wat buren zien komen en gaan. Mijn moeder was haar beste vriendin en ook háár heeft buurvrouw acht jaar geleden zien vertrekken. (Ja, dat is een eufemisme, tegen alle verwachtingen in ging zelfs mijn moeder maar heel gewoontjes dood.)
Buurvrouw was na elk sterfgeval volledig de kluts kwijt, hetgeen begrijpelijk is. Maar ik zag haar steeds opnieuw met een ongelooflijke veerkracht uit de as herrijzen. De humor, de wil om te leven en het optimisme hadden toch steeds de overhand.
Mijn buurvrouw genoot van de kinderen die buiten op straat speelden, smikkelde graag van een glaasje advocaat met slagroom en een béétje schuin grapje kon ze zeker waarderen. Ze volgde elke actualiteitenrubriek en wist precies welke anti-rimpelcreme het best getest was. En wat er in Story of Privé stond, wist zij beter dan de degenen die het geschreven hadden!
Haar jeugdherinneringen waren een bron van vermaak voor ons beiden. Avonden lang kon ze zitten vertellen en de kolderiekste gebeurtenissen ontsproten aan haar herinnering. Of ze allemaal echt gebeurd waren? Geen idee, ze waren in elk geval leuk om naar te luisteren. Sommige van deze herinneringen heb ik in eerdere columns verwerkt en uitspraken als 'Geest van Salmen sokkenwater' en 'Haarlemmer Dopie' zal ik zeker nooit vergeten. Zij wel.
In maart, vlak voor haar negentigste verjaardag is buurvrouw gevallen. Gewoon, vanuit stilstand in haar eigen keuken. Ze brak haar heup, werd onder narcose gebracht, vakkundig van een nieuwe heup voorzien en is goed hersteld. Maar haar geheugen heeft het allemaal niet goed doorstaan... Buurvrouw weet van niets meer en dat is misschien ook maar beter zo. Nu zit ze namelijk in een verpleeghuis en dat was nou precies de plek waar ze echt nooit terecht wilde komen. Het leven is soms toch minder wreed dan het lijkt.
Zondag was ik bij mijn laatst overgebleven tante. Zij is de jongste zuster van mijn moeder, woont in Bussum en is 'pas' 84. Ook zij moet binnenkort onder het mes. Ze heeft haar testament nog eens doorgelezen en stevig afgetimmerd hoe ze het verder geregeld wil hebben. Want Tante is zich er terdege van bewust dat oude mensen voorbij gaan en de dingen die belangrijk voor ze waren ook.

maandag 12 oktober 2009

Rust in de choepah...

Daar kun je zo'n enorme behoefte aan hebben...aan even rust in de tent. Of, beter gezegd, rust in je hoofd, want daar gebeurt het allemaal. Nadat ik me de afgelopen week weer bijzonder druk heb lopen maken (wat wil je ook met een buurman die jouw bomen ongevraagd kapt en jouw tuin als bouwput gebruikt) is de rust weer een beetje weergekeerd. Dat was overigens voor een groot deel te danken aan een bijzonder aardige ex-collega, die ik inmiddels ook al zo'n twintig jaar ken.
Deze vriend doet de PR voor de gerestaureerde synagoge in Elburg en hij had mij uitgenodigd eens te komen kijken in 'zijn' gerestaureerde sjoel (synagoge). Het is een schitterend museum geworden midden in het middeleeuwse vissersstadje. Op een steenworp afstand ligt ook de joodse begraafplaats, helemaal aan de rand van de stad, bereikbaar over de stadswallen.
Het bezoek aan de sjoel kwam extra goed uit, want zoals ik al eerder schreef, ik heb veel gelezen de laatste tijd. Twee van die recent gelezen boeken hadden Joodse onderwerpen. "Haar naam was Sarah" van Tatiana de Rosnay, over een tienjarig meisje dat met duizenden andere joden in 1942 werd opgepakt door de Franse politie en dagenlang in het Velodrome d' hiver zat opgesloten alvorens naar een vernietigingskamp te worden gestuurd, was het eerste. Het tweede boek was "Het lot van de familie Meijer" van Charles Lewinsky.
In deze roman wordt een Joods-Zwitserse familie gevolgd van 1871 tot 1945. Deze familiesaga heeft heel veel indruk op mij gemaakt. Niet alleen de natuurlijke, en vaak humoristische beschrijving van het typisch Joodse leven, de manier waarop de karakters tot leven komen en de warmte waarmee Lewinsky schrijft, vind ik mooi. Het is bovenal de manier waarop de schrijver de dreiging die de Joden boven het hoofd hangt tot de verbeelding laat spreken. Zonder gruwelverhalen over concentratiekampen (die worden niet eens genoemd) wordt de lezer bladzijde na bladzijde geconfronteerd met de laster en de haat die Joden al eeuwenlang in heel Europa achtervolgt. De familie Meijer bestaat uit askenasische joden, net als de joden die in Elburg woonden. De laatste van die groep Elburgse joden werd in 1942 weggevoerd. En van die Elburgse joden heeft er maar een de oorlog overleefd. Een vrouw die later naar Israel emigreerde.
Als je stil staat bij deze geschiedenissen, en daar word je wel toe gedwongen, heb je geen tijd meer om je druk te maken over onrechtmatig omgezaagde bomen. Als je in de synagoge staat te kijken naar de traditionele tent waar huwelijken onder werden gesloten (die na 1940 nog maar kort duurden) komt er een bizar gevoel van eeuwigheid over je. Zo zorgt rust in de choepah dan letterlijk voor rust in je hoofd. Een aanrader voor iedereen die daar aan toe is. Meer weten? Zie de link 'Sjoel'.

woensdag 7 oktober 2009

Even bijpraten!


Op 27 januari heb ik mijn laatste stukje geschreven, inmiddels zijn we bijna negen maanden verder. Wat ik zoal gedaan heb in de tussentijd? Héél veel, te veel om in één bijdrage even snel te vertellen. De komende weken zullen jullie er achter komen.
Het voornaamste is dat ik weer beter ben. Heeft die dubbele longontsteking dan zo lang geduurd? Nee, dat gelukkig niet! Maar de longontsteking bleek slechts het begin van een lange periode kwakkelen te zijn. Zoals al aangekondigd heb ik veel medelijden met mezelf gehad, me heerlijk gewenteld in mijn poeletje ellende maar daar heb ik nu echt wel genoeg van! Al een tijdje trouwens.
De hele zomer lang heb ik zo'n beetje vakantie gevierd. In mijn tuin met de Italiaanse logés...in Amsterdam met de Oostenrijkse logés (ik ben zelfs in de Bulldog geweest!), in Italie met mijn lieve nicht en haar gezin, nog een een keer naar Italië (voor één dag!) en weer terug met dochterlief...Heerlijk. Heerlijk druk, heerlijke mensen en natuurlijk ook heerlijk eten. En dat was te zien ook!
Verder? Verder heb ik contact opgenomen met 'mijnheer Pastoor' omdat ik katholiek wil worden, heb ik afscheid moeten nemen van de buurvrouw, ben ik met vrijwilligerswerk gestart, heb ik flink ruzie gemaakt met een 'boze buurman' en heel wat boeken gelezen.
Daarnaast...heb ik een profiel aangemaakt op een zogenaamde datingsite. Het zou best eens kunnen dat daar in de nabije toekomst nog aardige anekdotes uit ontstaan. Een paar heb ik er trouwens al, ééntje over ledlampjes en ééntje over André Hazes. Maar ook die houd ik nog even voor me. Er staat mijn lezers nog wat te wachten dus.
Maar zo overdreven als in het begin wordt het niet meer. Elke dag een column is amper vol te houden, hoe leuk en vol het leven ook is. Ik blijf regelmatig schrijven, maar één keer in de week lijkt me een beter idee dan elke dag!
Ik ben blij er weer te zijn, nu maar hopen dat jullie er ook plezier aan beleven!
Tot volgende week.

dinsdag 27 januari 2009

Revanche

Toen ik met dit weblog begon, schreef ik fier in de beschrijving dat ik 'gewoon wilde melden wat er zoal gebeurde'...Eigenlijk een soort dagboek bijhouden dus, zoals de meeste (vrouwelijke) webloggers dat doen. Maar dat is het niet geworden. Het zijn columns geworden die weliswaar ontstaan door actuele gebeurtenissen maar toch eigenlijk altijd een verhaaltje op zichzelf worden. Kennelijk is dat mijn stijl, sommige mensen vinden het leuk, dus geen probleem.
Vandaag ga ik het toch anders doen. Ik ga precies vertellen wat er de afgelopen dagen gebeurd is en, als het even kan, wil ik er ook nog wel graag een beetje zielig bij doen! Ik ben ziek. Niet een beetje ziek, niet verkouden of grieperig....nee, ik heb een longontsteking. Wat zeg ik, een dubbele longontsteking. Dat betekent dat ik (zeker tot en met zondag) hoge koorts had, verschrikkelijk benauwd was en overal pijn had. Dankzij de antibiotica worden al deze symptomen inmiddels wat minder, maar lekker, nee, lekker gaat het nog lang niet. Daarbij heb ik last van een vervelende complicatie, de glucosespiegel in mijn bloed is niet meer in de hand te houden. Een voor zichzelf denkende bloedsuikerspiegel schijnt 'normaal' te zijn bij hoge koorts, maar ik had dit nog niet eerder meegemaakt. Halve insulinepennen spuit ik leeg in mijn lijf, maar de spiegels dalen niet. Contact met de diabetesverpleegkundige leverde het volgende advies op: Méér spuiten! Nou, geen enkel probleem. Het zal de meeste lezers niet veel zeggen, maar voor vandaag zitten we al op 38 eenheden en daar heb ik maar één bakje yoghurt bij durven eten. Daar sterk je volgens mij niet echt van aan. Dus, ik ben moe, duizelig en nog steeds benauwd en ellendig. En nee, ik heb eigenlijk helemaal geen zin om leuk te doen en te schrijven. Sorry! Ik voel me alleen verplicht te melden waarom ik ineens onzichtbaar werd. En nog iets anders....ik moet ook zo eerlijk zijn om te vertellen dat zowel de apotheek als de huisarts (van wie ik nou ook niet zo'n hoge pet op heb) zich beiden grandioos gerevancheerd hebben. Vrijdagochtend belde ik de huisarts, om negen uur stond hij bij me voor de deur. De antibiotica bestelde hij persoonlijk voor me bij de apotheek, die ze zonder morren (!) om tien uur 's morgens kwam brengen. Wat een service....dat kan natuurlijk niet als je een internetapotheek hebt. Misschien toch maar eens nadenken, als ik weer beter ben! Nu wil ik graag nog even doormopperen, zeuren, klagen en slapen.

vrijdag 23 januari 2009

Writers blog

Nee...geen block. Een blog is het ook niet, meer een community. Het heet Creatief Contact en sinds gisteren ben ik lid. Het is voor schrijvende, fotograferende, tekenende, boetserende en andere creatieve types. Heel gezellig allemaal, iedereen is enthousiast over elkaars uitingen en af en toe komt er, althans in de schrijfgroep een opdracht voorbij. Gisteren was die opdracht 'schrijf een sprookje en houd het zo kort mogelijk'. Ik doe niet aan sprookjes, maar kan redelijk politiek correct uit de hoek komen, dus ben ik aan de slag gegaan. Of het gelukt is? Beoordeel dat zelf maar, hier komt het. Het is een schapenparabel.

Er was eens een schaapje dat witter wilde zijn dan alle andere schapen in de kudde. Hij verfde zijn vachtje spierwit, maar het hielp hem niet. Hij vond zichzelf nog steeds niet de mooiste van allemaal. Ragebol, zo heette het schaap, werd bozer en bozer. Boos op zichzelf, boos op de wereld en boos op alle andere schapen. Vooral op de zwarte schapen. Hij vond de zwarte schapen allemaal lelijk en stout. Sommige zwarte schapen waren inderdaad geen lieverdjes, maar om ze nou allemaal over één kam te scheren? Dat doe je niet, zelfs niet als je het witste schaap van allemaal bent. De zwarte schapen en de meeste witte schapen werden langzamerhand ook boos. Ragebol verziekte de sfeer in de kudde, vonden zij. Toen stapten de schapen samen naar de herdertjes. De herdertjes hadden heel lang liggen slapen in het veld, maar nu werden ze wakker. Ook zij vonden dat Ragebol te ver ging, dus besloten de herders dat ze hem eens aan zouden pakken. Ragebol moest voor de herdersraad verschijnen en als hij schuldig werd bevonden, zou hij fiks gestraft kunnen worden. Toen Ragebol dat hoorde, huilde hij tranen met tuiten. 'Waarom zijn ze nu ineens boos op mij? Ik bedoel het allemaal toch niet verkeerd?" jammerde hij. De arme schapen die vonden dat hij gelijk had, die waren er natuurlijk ook, spraken schande van het besluit van de herders. Maar de zwarte schapen waren blij, eindelijk moest Ragebol zich verantwoorden.
Toen op een donkere avond, terwijl de regen met bakken uit de hemel kwam, merkte Ragebol ineens dat de verf uit zijn vachtje verdween. De regen zorgde ervoor dat hij er ineens weer net zo uitzag als alle andere schapen. Daar werd Ragebol heel blij van. Ineens begreep hij dat alle schapen gelijk zijn, en dat de kleur van het vachtje er niet toe doet. Hij ging naar de zwarte schapen en zei dat hem speet en dat hij nooit meer lelijke dingen zou zeggen. De herdertjes zagen dat en besloten dat het schapentribunaal niet plaats hoefde te vinden. Ze gingen weer slapen en de schaapjes werden weer één grote gezellige kudde.


Leuke oefening voor de kinderverhalen, toch? Voorlopig geen writers block voor mij, maar houd ik het bij het writers blog!

donderdag 22 januari 2009

Over datum


Een van de leukste weblogs die ik zelf volg is 'Midlife-Me' (zie "Vrouwen schrijven"). Deze mevrouw (ook zo'n vijftiger die er maar niet aan kan wennen dat de buitenkant steeds minder bij de binnenkant past) heeft het in een van haar laatste posts over Gammelfleisch-party's. Ik vind het zo'n leuk woord, daar zijn Duitsers trouwens sterk in, dat ik het onderwerp ook even wil aansnijden. Gammelfleisch is vlees over datum en een Gammelfleischparty is...inderdaad een feestje waar veertigplussers uit hun dak gaan. Tja, als je het zo bekijkt, hebben we geen van allen een lange houdbaarheidsdatum, want veertig ben je zo! De lat wordt steeds lager gelegd, niet zo handig.
Maar voor mij heeft Gammelfleisch een eigen betekenis. Het geeft namelijk precies aan hoe ik me voel. Nadat ik al een hele week ziek en snotterend had doorgebracht, was ik inmiddels al weer bijna twee weken fris aan de slag. Sinds gisteren lijkt het wel of de ellende in alle hevigheid is teruggekomen. Gammelfleisch dus. Over datum. Onbruikbaar en niet eens terug te brengen naar de winkel. Bah. Het is duidelijk ik word zolangzamerhand een beetje recalcitrant van dat geziek. Vanmiddag de huisarts maar eens bellen of ik morgen langs mag komen...zal wel moeilijk worden, want mijn huisarts werkt niet op vrijdag.
Of ik dan helemaal niets leuks te vertellen heb vandaag? Jawel, dat heb ik. Schoonzoon heeft een domeinnaam aangevraagd en over een paar weken zal dit weblog op mijn eigen website verschijnen. Op zo'n website past nog veel meer dan alleen de columns, dus mijn grote droom, het kinderboek schrijven, kan dan ook eindelijk realiteit worden. Toch iets positiefs om naar uit te kijken! Ik ben al druk bezig met het uitwerken van de ideeën. Het zal een soort 'kinderfeuilleton' worden. Printvriendelijk, zodat ouders de hoofdstukken ook gemakkelijk per pagina kunnen printen en voorlezen. Kinderen mogen ook reageren, ook met suggesties over de verhaallijn. Ik heb er reuze zin in, maar het duurt nog even...Ik ben me er wel van bewust dat ik op moet schieten. De kindertjes in mijn omgeving, die ik stiekem als doelgroepje gebruik, groeien ook maar door. Voor je het weet zijn zij te oud voor kinderverhaaltjes. Op naar het Gammelfleischtijdperk.
PS: Het tegeltje komt uit de collectie van Best Things (hangplek: cadeautjes)