zondag 18 januari 2009

Als je haar maar goed zit...


Er kan heel wat mis gaan in een mensenleven, maar er zijn weinig omstandigheden die niet drastisch verbeteren door een bezoek aan de kapper. Ik weet niet of dit ook voor mannen geldt, maar de vrouwen in mijn omgeving denken er allemaal hetzelfde over. Je kunt je ziekjes en verdrietig voelen of gewoon in een dip zitten, bij de kapper begint de zon weer te schijnen. Het allerbeste werkt nog een bezoek aan de kapper met aansluitend een shop-until-you-drop-sessie, maar dat is financieel dan weer niet zo handig.
Met de kapper maakte ik als kleuter kennis, toen ik regelmatig mee moest met mijn moeder. Elke zaterdagochtend liet zij zich mooi maken. Dat ging als volgt. Wassen, versteviging (een soort vloeibare lijm), rollers met ijzeren pennetjes erin, uurtje droogkap, touperen, bovenste haren glad borstelen en een halve kilo lak erop. Na dit proces kon mijn moeder er weer een week tegenaan. 's Avonds werd er een ragdun netje om het haar geknoopt zodat het de volgende ochtend voldoende was om met een punt(!)kam op strategische plekken de boel weer wat omhoog te duwen. Voilá, klaar tot de volgende zaterdag. Mijn moeder was overigens geen vies mens, dit was common practice bij de dames van toen.
De kapsalon zag er ook heel anders uit dan wij nu gewend zijn. Tussen elke stoel stond een soort schotje, zodat de dames elkaar slechts slinks, via de spiegel, konden beloeren en de schijn van privacy gewekt werd. Daar kan ik me eigenlijk wel wat bij voorstellen....Het is waar dat een bezoek aan de kapper vrolijk maakt, maar er zijn ook zaken waar je gewoon 'doorheen' moet. Als ik naar de kapper ga, is het meestal wel hard nodig ook. Je zit in het schrille licht voor de spiegel, terwijl je niet je normale spiegelgezicht kunt opzetten. Open en bloot een bête grijns tevoorschijn toveren en je onderkin in trachten te houden, dat gaat wat ver in gezelschap! Je kijkt dus in de spiegel alsof je niet al die rimpels ziet, je er geen erg in hebt dat je er belachelijk uitziet met al dat zilverpapier in je haar en je concentreert je op de anderen. Daar is trouwens niet veel voor nodig. In de salon waar ik kom, is het een gezellige boel. Alle klanten kennen elkaar kennelijk goed en ook het privéleven van de kapsters is geen geheim. Zo hoor je nog eens wat. De gesprekken gaan over ongelukkige huwelijken, sterfgevallen (jouw man is toch ook niet zo lang dood?) en kinderen die het verkeerde pad op gaan. Nee, daar kan ik gelukkig niet over meepraten. Als een van de klanten een nieuw kleurtje wil, bemoeit de hele zaak zich ermee. Dames in wijde, lange kapmantels staan resoluut op uit hun stoelen en komen staaltjes bekijken, de kapsters geven allemaal hun professionele oordeel en de klant zelf laat zich dolgraag adviseren. Want in mijn kapsalon gaat het maar om één ding: een vrouw moet zo mooi mogelijk zijn en daar hebben ze allemaal veel voor over. Een plezierige gedachte als je daar zo bleekjes en slaperig probeert je spiegelbeeld te ontwijken. En één ding is zeker, ik kom er ook altijd leuker vandaan dan ik binnenkwam. Dat binnenkomen is trouwens ook al een hele belevenis. De kapsters zijn net als ik, dol op glimmende dingen dus ook zij sparen Pandora's en Trollbeads. Zo vaak kom ik niet, dus meestal zit er wel een nieuwe bedel aan een van mijn armbanden. De dames merken zo'n kleinigheid direct op en verdringen zich om mijn polsen te inspecteren. Eigenlijk vind ik dat wel leuk, je geeft er een hoop geld aan uit, prettig dat het dan ook gezien wordt! Gisteren was het dus weer zover. Veel koffie, veel bewondering voor mijn nieuwe collectie en ik voelde me een ander mens toen ik weer buiten stond. Zo goed zelfs, dat ik niet langs de trollbeads-leverancier hoefde te lopen. Dat was sterk van me, hij zit maar tien meter verderop!

Geen opmerkingen: