woensdag 7 januari 2009

Transplantatie

Buitenlanders zien ons land met andere ogen dan wij dat doen. Het is iets dat iedereen weet, maar het 'real life' meemaken, is nog veel leuker. Wat dat betreft mag ik niet mopperen. Als je (bijna) vijfentwintig jaar getrouwd bent geweest met een Italiaan, heb je heel wat zaken die je tot dan toe vrij normaal vond, ineens met andere ogen gezien. Nu zo'n beetje half Nederland helemaal uit zijn dak gaat vanwege het ijs, schiet mij te binnen hoe dat op mijn man overkwam, de eerste jaren in Nederland. Ook in de streek waar hij vandaan kwam, vroor het weleens, maar er was daar echt geen hond die op het idee kwam dan maar eens te gaan schaatsen. Veel later is dat trouwens wel veranderd, zeker nadat ene Sighel (een Italiaan) het tot de hoogste plaatsen in WK wedstrijden schaatsen schopte. Maar daar was nog geen sprake van toen ik nog in Italië woonde.
Alleen al het feit dat ik onze dochter mee naar buiten nam als het sneeuwde, kwam mij op heftige reprimandes van de familie te staan. Of ik nou helemaal gek geworden was, bij zulk weer blijf je binnen, dicht bij de verwarming en hoop je dat het gauw weer over is! Nou komt dat eerlijk gezegd vrij dicht in de buurt bij mijn eigen instincten, maar ik herinner me dat ik mezelf toendertijd toch wel graag als echte Nederlandse wilde afficheren. Ik ging dus gewoon mijn gang en trakteerde iedereen die het horen wilde op verhalen over Nederlandse moeders die met minstens drie kinderen en twee boodschappentassen op de fiets weer en wind trotseerden, ook tijdens sneeuwstormen. Die sneeuwstormen heb ik eigenlijk nooit echt meegemaakt hier, maar de verhalen hadden wel het gewenste effect. Die Nederlanders zijn van staal, gehard door een welhaast onmenselijk klimaat. Keihard en niet kapot te krijgen.
Later toen we in Nederland kwamen wonen, kwam mijn man er natuurlijk gauw achter dat het allemaal zo erg niet was, maar gelukkig waren er andere dingen waar hij niet over uitgepraat raakte. De paar dagen per jaar dat er van ijspret sprake was, bleef hij zich verbazen over die arme kinderen die maar buiten in de kou op schaatsjes stonden...Ontaarde ouders. En diezelfde ouders stonden dan zeker twee keer per jaar in Thialf mee te juichen met een dweilorkest en het maakte ze niet eens wat uit wie er nou won....Nee, daar kon een rechtgeaarde Italiaan echt niets mee. Maar het ergste moest nog komen. In 1997 (op 4 januari) vond de voor hem eerste en voor de rest van Nederland laatste, Elfstedentocht plaats. Verbazing is een eufemisme voor het gevoel dat zich van mijn man meester maakte. Zoveel gekte had hij nog niet eerder gezien, zelfs niet toen het Italiaanse elftal het EK won in 1982. Het journaal had niets anders meer te melden dan de ijsdikte in Friesland en tot overmaat van hilariteit werden er stukken ijs getransplanteerd. Het verhaal van de ijstransplantaties werd en bleef het persoonlijke succesverhaal van mijn Italiaan. Keer op keer hingen zijn oud-dorpsgenoten aan zijn lippen....Doen ze dat echt, in Nederland? Ze vroegen het ook weleens aan mij, denkend dat hun oude vriend het nu toch wel te bont maakte met zijn leuke anekdotes. Ik kon niet anders dan, enigszins verlegen, toegeven dat zulke dingen inderdaad gebeurden. De videoband van de barre tocht vond gretig aftrek bij familie, vrienden en bekenden. Gisteravond belde dochter Romina even. Of er al weer zo'n lange ijstocht was geweest, wilde haar man weten. Op mijn ontkennend antwoord bleef het even stil. Dat begrepen ze niet. Maar als het ijs niet dik genoeg is, dan kunnen jullie het toch wel transplanteren?

Geen opmerkingen: