donderdag 8 januari 2009

San Gennaro

Elk jaar in de maand januari, denk ik aan Gennari. Gennari is de liefkozende vorm van de naam Gennaro. Gennaro lijkt op Gennaio, de italiaanse naam voor januari, daar zal het wel door komen. Gennaro, eigenlijk San Gennaro, is een heilige en martelaar uit de Rijke Roomse traditie. Hij wordt vooral vereerd in het zuiden, hij is onder meer de stadsheilige van Napels. Maar ook in de rest van Italie wordt zijn naam vaak ijdel gebruikt! De uitroep 'San Gennaro' voorspelt meestal niets goeds. Het is niet zozeer een roep om hulp van de goedheiligman (daar hebben de Italianen de Heilige Maagd voor), maar vooral een kreet van onplezierige verbazing dan wel afschuw. Behalve dan in Napels, waar de kreet 'San Gennaro' steevast wordt gevolgd door de verzuchting 'Dammi la grazia', oftewel 'Sta mij bij'.
Hoe ik hier nou zo op kom? Dat komt omdat wij ooit een jongetje van een jaar of tien hebben leren kennen uit Napels. Het kereltje heette (natuurlijk) Gennaro, maar werd Gennari genoemd. Gennari verscheen voor het eerst op een avond in de pizzeria waar mijn man en ik werkten. De eigenaar, een goede vriend van ons, zat aan de kassa en raakte in discussie met een groep jongens van een jaar of zeventien, achttien. Althans, zo leek het. Beter kijkend, zagen we dat de opgeschoten jongens allemaal rond een klein blond kereltje stonden, die in zijn eentje het woord deed. Hij wilde graag pizza voor 'zijn mensen' maar dan wel tegen een schappelijk prijsje 'als je begrijpt wat ik bedoel'. Roberto begreep het maar al te goed. Hij had wel lol in het knulletje, dus de pizza werd geserveerd. Vanaf die avond werden Gennari en zijn mensen vaste bezoekers van de pizzeria. We zagen Gennari altijd eerst een rondje langs de zaak lopen. Als hij zag dat het geen al te druk moment was, wenkte hij met een subtiel gebaar van zijn hoofd 'de jongens' en ging hij ze voor de zaak in. Met Roberto wisselde hij enkele blikken van verstandhouding uit, groette ons allervriendelijkst en genoot van zijn pizza. Overigens pas nadat hij had gewacht tot ook zijn mannen te eten hadden. Jarenlang bleef de uitdrukking "Ca nessun è fess" (We zijn geen van allen gek!) favoriet in ons gezin, vooral op momenten dat iemand iets van je wilde. Gedurende drie zomers hebben wij Gennari daar te gast gehad en in de loop van de tijd kwamen we meer over hem te weten. Inderdaad, een Napolitaantje, schijnbaar zonder ouders. Hij had nog wel een oude Oma die hij moest onderhouden, maar verder was hij alleen verantwoordelijk voor zijn mannen. Dit stel onbenullen verkocht overdag handdoeken en 'belastingvrije' sigaretten aan toeristen op het strand, leverde het verdiende geld bij Gennari in en vertrouwde op de baas voor de rest. Ze sliepen in twee garageboxen. Gennari in de ene, de mannen in de andere. Ik vraag me nog wel eens af of Gennari nog leeft. Hij zou nu al dik in de dertig zijn, maar in zijn milieu maak je het meestal niet zo lang... San Gennaro, sta hem bij!

Geen opmerkingen: