vrijdag 27 november 2009

Tante Loes

Ik surf graag op het internet en dan kom je weleens iets tegen. Deze week was dat de website van een restaurant in Rhenen. Nou ken ik Rhenen een beetje, omdat mijn oom Arnold en tante Louise (Nol en Loes dus) daar een hotel-restaurant ('De Stichtse Oever') hadden, waar ik zo'n beetje elke vakantie 'moest' helpen. Dat moeten is maar relatief. Veertig jaar geleden ben ik er inderdaad voor straf naar toe gestuurd, ik was dertien en kennelijk onhandelbaar, maar na die eerste strafexpeditie wilde ik niet anders meer. Oom en tante hadden geen kinderen, verwenden me dus behoorlijk en maakten er een leuke tijd van. Het werk vond ik fantastisch. Het afwassen beviel dan wel wat minder, maar de rest was geweldig.
Het restaurant dat ik tegenkwam op internet heet 'Tanteloes'. Het ziet er prachtig en luxueus uit en is gevestigd in hetzelfde pand waar ik vroeger zo hard werkte! De nieuwe eigenaars hadden kennelijk weleens van tante Loes gehoord en hebben haar naam eer aan gedaan!
Toen ik tante Loes leerde kennen was ze ongeveer zo oud als mijn vader (héél oud dus), had ze lang krullend grijs haar en grote, bungelende, gouden oorbellen. Af en toe stak ze een weelderig gekleurde bloem achter haar oor en ook verder zag ze er meestal uit als een exotische danseres. Sommigen vonden dat ze op een zigeunerin leek en hoewel dat de waarheid dicht benadert, vind ik het niet aardig genoeg klinken. Ik houd het dus op een exotische danseres. Je hoorde haar ook altijd van verre aankomen, om haar polsen had ze zoveel gouden armbanden dat het gerinkel het klokkenspel van de beroemde Rhenense Cuneratoren haast overstemde.
Tante Loes werd aanbeden door haar man, mijn oom Nol die elke wens van haar ogen aflas; niets was hem te gek om 'zijn Loesje' blij te maken. Loesje liet het zich allemaal gewillig aanleunen, overtuigd als zij was van de onschatbare waarde die ze voor haar man èn hun commerciële activiteiten had. En daar had ze eigenlijk wel gelijk in.
Tante Loes wist op onnavolgbare wijze klanten te binden! Ze leuterde er met iedereen een eind op los en zorgde ervoor dat al haar gasten, van de buschauffeurs tot de schilder die soms maanden bleef, van de zakenmensen die kwamen lunchen tot de oude mannetjes en vrouwtjes die alleen een jonge en een bessenjenever kwamen drinken, zich thuis voelden. Honderden mensen kwamen dagelijks, zeker in het drukke zomerseizoen, bij Oom en Tante over de vloer en iedereen kwam graag terug.
Toch was het voor Tante Loes niet genoeg. Ze wilde meer, ze wilde anders. Tijdens een van de vele lange reizen die ze samen met haar man maakte kwam ze ook in Israël. En dáár zag ze het licht. Letterlijk en figuurlijk. Ze bezocht alle wijken van Jeruzalem, ging naar de bezette gebieden en haar dialect (zo tussen Utregs en Veenendaals in) bleek absoluut geen bezwaar om ook daar met iedereen een praatje aan te knopen. Ze was onder de indruk en vond dat ze wat moest doen. Ik hoor haar nog vertellen over 'al die arme kindertjies, waor? Dat wietjewel, toch? Haarstikke zielig hoor, ook die Palestijnse jochies...verschrikkelijk woar?'
Maar bij tante Loes bleef het niet bij praten. Ze zette inzamelingsacties op touw, stichtte kindertehuizen en rekruteerde vrijwilligers onder alle gezindten. Israël en de Palestijnse gebieden werden van háár. Elk jaar ging ze er tweemaal heen. Ze werd ontvangen door zowel Arafat als door Teddy Kollek, destijds de burgemeester van Jeruzalem. En in de Kerstnacht zat ze op de eerste rij in Bethlehem. Met haar lange grijze haren, haar bungelende oorbellen en de bloem achter haar oor. Want tante Loes bleef altijd zichzelf.
Ook toen het langzaam minder met haar ging na de dood van haar man. Helemaal weg was hij echter nooit....tante Loes zag regelmatig een duif op haar dak landen en die wees ze me dan aan: 'Kijk kind...da's je ome Nol, hij is me nog niet vergeten!'
Het is al heel wat jaren geleden dat tante Loes overleed en de jaren daarvoor was ze niet meer in staat om goed voor zichzelf te zorgen, laat staan voor anderen. En zoals het gaat met oude mensen die niet meer zo actief zijn en wier kringetje steeds kleiner wordt, raakte ook tante Loes een beetje vergeten.
Maar daar is sinds 2006 verandering in gekomen. Toen werd restaurant 'Tanteloes' geopend (zie link). Ik wens ze een lange en succesvolle tijd door daar in Rhenen. Ze hadden mijn tante geen groter plezier kunnen doen. Ik hoop wel dat ze oppassen als er weer eens een duif op het dak zit. Wie weet is het Nol die nog steeds zijn Loesje zoekt.

6 opmerkingen:

Avalanche zei

Dank voor dit prachtige en ontroerende stukje historie! Ik zal het doorsturen naar mijn zusje (ze woont in Rhenen en eet regelmatig bij TanteLoes).

Unknown zei

Wat leuk Avalanche! Ik ben er zelf nog niet geweest, maar als je zusje er eet, zal het wel lekker zijn!

Janny zei

Je blogje deed mij ook weer denken aan mijn jeugd. Ook ik had een tante (Co) en oom (Job) in Rhenen wonen. Helaas wel een ander soort dan jouw tante. Ik denk nog wel eens met afgrijzen terug aan de keren dat ik er ging eten (verplicht). Het was een boerenechtpaar dat vond dat een mens goed (lees zwaar en vet) moest eten omdat men dan hard kon werken. Ik kwam altijd misselijk en naar van die bezoeken terug. Ik ben nu nog wel eens in Rhenen (voor andere zaken) en steeds komt die herinnering weer boven. Volgende keer ga ik op zoek naar TanteLoes. Misschien dat dan de combinatie Rhenen/eten een andere klank krijgt voor mij.

Unknown zei

@Janny: wie weet of we elkaar niet eens tegen het lijf gelopen zijn! Blijkbaar is het eten er lekker, dus het zou moeten lukken, de herinnering wat leuker te maken! Laat eens horen als je er geweest bent, ik ben ook wel benieuwd!

Unknown zei

Deze reactie ontving ik vandaag van de eigenaars van 'tanteloes' in Rhenen:

Beste Emilie,

Leuk om te lezen!
We hebben onze zaak inderdaad naar jouw tante Loes vernoemd.
In het restaurant hebben we ook een foto van haar hangen.
Graag tot ziens!

Met vriendelijke groet,
Marike van der Leeden-Vondere

Anoniem zei

Als klein meisje speelde ik altijd in de weilanden om Tante Loes heen. Als we dorst hadden gingen we naar binnen waar we ranja kregen en een lollie met suiker erop. In de vensterbanken stonden altijd souveniers die we als kind mochten bekijken. Nu...ruim 30 jaar later...ga ik er regelmatig iets eten en denk altijd met weemoed terug aan hoe Tante Loes je blij kon maken met een lollie waardoor de zon even scheen in mijn niet zo makkelijke jeugd.